Морган Райс

De bol van Kandra


Скачать книгу

van het bureau.

      “Het is VERGIF!” probeerde hij te schreeuwen, maar Lucas’ handen sloten zich om zijn mond.

      Oliver worstelde met de oude man in een poging zichzelf te bevrijden.

      Op dat moment draafden de bewakers de ruimte binnen.

      “Haal deze jongen hier weg,” zei Lucas.

      Oliver beet in zijn hand.

      Lucas liet hem los en schreeuwde het uit van de pijn. Oliver sprong van het bureau en bewoog van links naar rechts in een poging de bewakers te ontwijken. Maar het had geen zin. Ze grepen hem vast en draaiden zijn armen hardhandig achter zijn rug. Ze duwden hem richting de deur.

      “Armando, alsjeblieft, luister naar me!” riep Oliver, die zich schrap zette. “Lucas probeert je te vermoorden!”

      Lucas was bezig zijn pijnlijke hand te verzorgen. Hij kneep zijn ogen samen terwijl de bewakers Oliver naar de deur sleurden.

      “Belachelijk,” sneerde hij.

      Op dat moment zag Oliver een kleine muis, die vanuit de schaduw in de hoek van de kamer tevoorschijn was gekomen. Het diertje snuffelde aan de geknoeide koffie op de grond.

      “Kijk!” riep Oliver.

      Armando zag de muis, die aan de koffie begon te likken. Toen, in een fractie van een seconde, werd zijn hele lijfje stijf en bewegingsloos.

      Iedereen verstijfde. De bewakers ook.

      Ze wendden zich allemaal tot Armando.

      Armando staarde naar Lucas. Langzaam veranderde de blik in zijn ogen. Het werd een gekwetste blik. Hij voelde zich verraden.

      “Lucas?” vroeg hij. Zijn stem klonk gebroken, ongelovig.

      Lucas’ gezicht liep rood aan van schaamte.

      Armando’s gezicht werd hard, en langzaam wees hij met een vinger naar Lucas.

      “Haal hem hier weg,” beval hij de bewakers.

      Onmiddellijk lieten de bewakers Oliver los, en omsingelden Lucas.

      “Dit is waanzin!” schreeuwde Lucas, terwijl ze hardhandig zijn armen achter zijn rug drukten. “Armando! Je gelooft dat schriele jochie eerder dan mij?”

      Armando zei niets toen de bewakers Lucas meenamen.

      Het gezicht van de oude Lucas was vertrokken van woede. Hij schreeuwde en zag er net zo gestoord uit als Hitler toen Oliver zijn bom kapot had gemaakt.

      “Dit is nog niet voorbij, Oliver Blue!” schreeuwde hij. “Ik krijg jou nog wel te pakken!”

      Toen werd hij het kantoor uit gesleurd en verdween hij uit het zicht.

      Oliver slaakte een zucht van opluchting. Het was hem gelukt. Het was hem echt gelukt. Hij had Armando’s leven gered.

      Hij keek op naar de oude uitvinder, die geschokt en verbijsterd in zijn chaotische kantoor stond. Een lange tijd hielden ze elkaars blik vast.

      Toen verscheen er een glimlach op Armando’s gezicht.

      “Ik heb lang gewacht om jou weer te zien.”

      HOOFDSTUK TWEE

      Malcolm Malice spande zijn kruisboog. Hij zette zich schrap. Toen liet hij los.

      De pijl zoefde met de snelheid van het licht door de lucht en boorde zich door de roos. Een perfect schot. Malcolm grijnsde.

      “Goed werk, Malcolm,” zei Coach Royce. “Ik had niet minder verwacht van mijn beste leerling.”

      Gevuld met trots gaf Malcolm hem de kruisboog terug. Hij ging weer naast de rest van zijn klasgenoten staan, die hem met jaloerse ogen aankeken.

      “Beste leerling,” mompelde iemand spottend.

      Er werd gegrinnikt.

      Malcolm negeerde hen. Hij had belangrijkere zaken aan zijn hoofd. Hij zat nog maar een paar maanden op Obsidians maar hij had al een grote voorsprong op de kinderen die er al jaren zaten. Hij was een machtige ziener. Atomisch—de sterkste, met een zeldzame mix van kobalt en broom.

      Wat maakte het uit als de andere kinderen niet met hem om wilden gaan? Voordat hij hierheen was gekomen had hij ook geen vrienden gehad. Het maakte Malcolm niet veel uit als het zo bleef. Hij was hier niet om vrienden te maken. Hij was hier om uit te blinken, om de beste ziener te worden die hij kon zijn, zodat als de tijd kwam hij die Amethyst losers kon verpletteren.

      Ineens voelde hij iets tegen de achterkant van zijn hoofd prikken. Instinctief bracht hij zijn hand er naartoe. Toen hij keek, zag hij een dode bij in zijn handpalm liggen.

      Iemand had zijn krachten op hem gebruikt. Hij draaide zich met een ruk om, zoekend naar de schuldige. Candice deed nauwelijks moeite om haar grijns te verbergen.

      Malcolm kneep zijn ogen samen. “Dat was jij.”

      “Het was maar een bijenprikje,” antwoordde ze lieflijk.

      “Ik weet dat jij het was. Jij hebt een biologisch specialisme. Als iemand het gedaan heeft, was jij het.”

      Candice haalde onschuldig haar schouders op.

      Coach Royce klapte hard in zijn handen. “Malcolm Malice. Ogen naar voren. Dat het jou zo makkelijk afgaat betekent niet dat je kan lopen kloten terwijl je medeleerlingen een poging wagen. Toon wat respect.”

      Malcolm beet op zijn wang. Het onrecht stak net zo hard als de bij had gedaan.

      Malcolm probeerde zich op zijn klasgenoten te focussen terwijl ze om de beurt oefenden met richten. Het was een normale, sombere dag op Obsidians. Er hing een lichte mist in de lucht. Het grote speelveld strekte zich uit tot aan het imposante landhuis waar Meesteres Obsidians School voor Zieners was gevestigd.

      Candice was aan de beurt. De pijl vloog over het doelwit heen en Malcolm kon het niet helpen dat hij moest glimlachen.

      “Dit is precies het soort vaardigheid dat je moet perfectioneren,” riep Coach Royce. “Als het aankomt op het vechten tegen de Amethyst zieners, is het dit soort meesterschap dat hen kan verslaan. Ze zijn zo gefocust op hun ziener specialismen dat ze traditionele wapens vergeten.”

      Malcolms glimlach werd breder. Alleen al de gedachte aan het verslaan van de onnozele zieners op de school van Professor Amethyst verheugde hem. Hij kon niet wachten tot de dag dat hij eindelijk oog-in-oog stond met die losers. Dan zou hij hen eens laten zien wie er de baas was. Hen laten zien waarom Obsidians de betere school was. Waarom zij de enige echte school voor zieners waren.

      Op dat moment zag Malcolm een aantal tweedejaars het speelveld op lopen, hockeysticks in hun hand. Natasha Armstrong was er ook bij. Ze zat net als hij altijd bij de privé studiesessies in de bibliotheek, de lessen voor hoogbegaafde leerlingen zoals hij. Hoewel hij met zijn twaalf jaar de jongste was, waren de anderen aardig tegen hem. Vooral Natasha. Zij pestte hem niet omdat hij slim was. En ze deelde zijn haat jegens Professor Amethyst.

      Natasha zag hem en zwaaide. Ze kreeg die mooie kuiltjes in haar wangen. Malcolm zwaaide terug en voelde zijn eigen wangen warm worden.

      Toen hoorde Malcolm de fluwelen stem van Candice in zijn oor fluisteren. “Aw, kijk. Malcolm is verliefd.”

      Malcolm bleef voor zich uit kijken en negeerde haar opmerking. Candice was alleen maar gemeen tegen hem omdat hij haar avances had afgewezen. Haar wrevel kwam voort uit jaloezie—dat een ouder meisje, een meisje zo mooi en getalenteerd als Natasha Armstrong, in hem geïnteresseerd kon zijn.

      Terwijl de andere klas begon met hun hockeytraining, ging Malcolms blik naar het torentje op het enorme, indrukwekkende Victoriaanse landhuis van Obsidians School. Hij kon nog net het silhouet van Meesteres Obsidian onderscheiden, die bij het raam stond. Ze keek neer op haar studenten. Toen fixeerde ze haar blik op hem.

      Hij glimlachte. Hij wist dat ze hem in de gaten hield. Ze had hém persoonlijk