helder worden).
12 Toen gingen Mozes en Aaron uit van Farao, en Mozes riep tot den HEERE over de vorsen, die hij over Farao gebracht had. (Padden moeten verdwijnen).
13 en de HEERE deed naar het woord van Mozes: padden stierven uit in huizen, binnenplaatsen en velden; (natuurlijk, na een tijdje stierven de padden die geen rein water konden vinden).
14 en zij verzamelden ze in hopen, en de aarde stonk. (Nu begon de aarde ook verschillende geuren en gassen uit te zenden als gevolg van de vele lijken van padden).
15 toen Farao zag dat er verlichting was, verhardde hij zijn hart en luisterde niet naar hen, zoals de Heer had gezegd. (Fir ' aun gelooft nog steeds niet in de god van Môesa en Aäron).
16 en de HEERE zeide tot Mozes: Zeg tot Aaron: Strek uw staf uit, en sla het stof der aarde, en het zal tot muggen worden in het ganse Egypteland. (De toverstok is weer een afleiding, in feite verschijnen muggen over de overblijfselen van padden).
17 alzo deden zij; Aaron strekte zijn hand uit met zijn staf, en sloeg het stof der aarde, en er verschenen muggen op mensen en vee. Al het stof van de aarde werd muggen in het hele land Egypte. (Mannelijke muggen voeden zich alleen met plantensappen, vrouwtjes van de meeste soorten zijn bloedzuigers, maar tegelijkertijd voeden ze zich, net als mannen, met plantensappen, voor de ontwikkeling van vrouwelijke eieren is bloedzuigen noodzakelijk. Daarom verzamelen ze zich tijdens de paringsperiode in massa rond mensen en dieren).
18 de magiërs probeerden ook muggen voort te brengen door hun bezweringen, maar ze konden het niet. En er waren muggen op mensen en op vee. (Toch zijn muggen overal).
19 en de wijzen zeiden tot Farao: dit is de vinger Gods. Maar Farao ' s hart verhardde zich, en hij hoorde niet naar hen, gelijk als de HEERE gesproken had. (De Fir ' aun had niet zwak moeten zijn in vergelijking met andere goden).
20 en de HEERE zeide tot Mozes: sta morgen vroeg op, en kom voor Farao. Hier zal hij naar het water gaan, en gij zult tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Laat mijn volk trekken, dat zij Mij dienen. (De priester buigt zijn lijn, omdat hij soldaten nodig heeft voor veroveringen).
21 Maar indien gij mijn volk niet laat trekken, zo ziet, zo zal ik hondevliegen zenden op u, en op uw knechten, en op uw volk, en in uw huizen; en de huizen der Egyptenaren zullen vervuld worden met hondevliegen, en het land, waarop zij wonen.; (Er zijn veel vliegen in Egypte en Judea, en een van deze soorten, gevonden door recente reizigers in de buurt van de rivier de Nijl en genaamd de Abessijnse vlieg (zebub), is ook zo groot als een bij en is zo schadelijk voor vee en andere dieren dat herders vaak worden gedwongen om hun weiden te verlaten en te vluchten van die plaatsen waar de genoemde vlieg verschijnt of om te ontsnappen aan de angel ervan door jezelf in het zand of de zee modder te gooien. Vee is geschokt bij het zien van deze insecten; zelfs een olifant en een neushoorn, hoewel hun huid bedekt is met een overvloedige laag vuil, zijn niet in staat om zichzelf te beschermen tegen hun angel. De ergernis en angst veroorzaakt door deze insecten waren zo sterk dat de Kanaänieten zelfs een speciale godheid hadden, wiens speciale doel was om hen te beschermen tegen vliegen (Beëlzebub is de god van vliegen).
22 en te dien dage zal ik het land Gosen afzonderen, waar mijn volk woont, en er zullen geen hondevliegen zijn; opdat gij weet, dat ik de HEERE ben in het midden der aarde; (de manifestatie van vulkanisme in Gosen was dat waarschijnlijk niet, en de priester wist ervan).
23 Ik zal een scheiding maken tussen mijn volk en uw volk. Morgen zal er dit teken zijn. Verdeel en heers!).
24 alzo deed de HEERE; een menigte van hondevliegen vloog in het huis van Farao, en in de huizen zijner knechten, en over het ganse Egypteland; het land werd door hondevliegen verdelgd. (Zoals u weet, is het erg moeilijk om vliegen weg te jagen, vooral als er voedselresten en uitwerpselen zijn, vliegen zijn ook dragers van een enorm soort ziekten, waaronder zulke echte plagen van de mensheid als tyfus, dysenterie en brucellose. Het is bekend dat in Goethe ' s «Faust» Mephistopheles de god van de vliegen wordt genoemd. In de Sumerische legende van de zondvloed offerde Ut-Napishtim ook aan de goden, die dankbaar over de rook cirkelden en «als vliegen» vlogen. De oude Egyptische militaire commandant Amenemheb werd bekroond met de Orde van «twee vliegen» voor zijn militaire diensten. Het lijkt erop dat de goden hongerig waren naar de offergeur die hen als voedsel diende, en dankbaarheid uitten voor de hervatting van de gewoonte).
25 Toen riep Farao Mozes en Aäron en zei: Ga heen en offer uw God in dit land.»(Farao liet de Joden vrij).
26 maar Mozes zeide: Dit kan niet; want onze offerande aan den HEERE, onzen God, is Den Egyptenaars een gruwel; indien wij den Egyptenaars een gruwelijk offer brengen in hun ogen, zouden zij ons dan niet stenigen?»(Het offer van iemand anders, en dit is de regel van talion, brengt geen verlichting).
27 wij zullen de woestijn ingaan, drie dagen reizen, en den HEERE, onzen God, offeren, gelijk als hij tot ons gesproken heeft. (Het is noodzakelijk om naar de woestijn te gaan, wat bewijst dat de voorouders van de Joden uit woestijnen kwamen, voormalige nomaden).
28 En Farao zeide: Ik zal u laten gaan, om den HEERE, uw God, te offeren in de woestijn; maar gaat niet verre; bidt voor mij. (Farao wil zich ook bij de «Sterke» god voegen).
29 En Mozes zeide: Zie, Ik ga uit van ulieden, en Ik zal tot den HEERE bidden; en de hondevliegen zullen morgen van Farao, en van zijn knechten, en van zijn volk weggenomen worden; maar Farao zal ophouden te bedriegen, en het volk niet laten gaan, om den Heere te offeren. (De oplossing lijkt gevonden te zijn).
30 En Mozes ging uit van Farao, en bad tot den Heere. (Mozes gelooft zijn beschermheer al volledig).
31 en de HEERE deed naar het woord van Mozes, en hij deed de hondevliegen weg van Farao, van zijn knechten, en van zijn volk; er bleef niet één over. (Na een tijdje verlaten de vliegen het territorium, werden de lijken gevuld, werd het water gezuiverd).
32 maar Farao verhardde ditmaal zijn hart, en liet het volk niet gaan. (Dus vertrouw de heersers daarna, ze zijn zo sluw!).
Hoofdstuk 9
1 en de HEERE zeide tot Mozes: Ga heen tot Farao, en zeg tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Joden: Laat mijn volk trekken, dat zij Mij dienen. (Opnieuw een oproep aan de farao).
2want als u niet wilt loslaten en hem nog steeds vasthoudt, (dreigementen! En waarom heeft Almachtige God bedreigingen nodig, als alles in zijn macht ligt, dan kan het probleem alleen worden opgelost door bedreigingen, wat betekent dat de Heer-God – mens een afperser is).
3 dan ziet, de hand des HEEREN zal zijn over uw vee, dat op het veld is, over paarden, en over ezels, en over kemelen, en over runderen, en over schapen; er zal een zeer ernstige pestilentie zijn; (op de Joodse fresco ' s uit de oudheid (het was daaruit dat alle christelijke schilderkunst toen groeide) werd Sabaoth anders afgebeeld dan mensen. De figuren van mensen zijn op volle hoogte geschilderd, maar Sabaoth bleef een onzichtbare god, alleen zijn machtige hand (rechterhand) uitgestrekt uit de hemel werd afgebeeld. Maar toen hij een christelijke god was geworden, verwierf dezelfde Sabaoth het lichaam en het gezicht van een machtige ouderling – gekopieerd van de heidense Zeus. Pestilentiezweren komen voor door de introductie van verschillende micro-organismen in de huid of slijmvliezen van mensen en dieren van buitenaf, bijvoorbeeld difteriebacillus, spirocheten, schimmels, protozoa. Verschillende insecten kunnen dienen als dragers).
4 en de HEERE zal delen tussen het vee van Israel, en tussen het vee van Egypte; en van al de kinderen Israels zal niets sterven. (Om infectie te voorkomen, worden gezond vee gescheiden van de zieken, ze worden in quarantaine geplaatst, zodat het gescheiden vee niet ziek wordt).
5 en de HEERE stelde een tijd vast, zeggende: morgen zal de HEERE dit in dit land doen. (Dit moet dringend worden gedaan, anders is infectie mogelijk).
6 en de HEERE deed dit des anderen daags, en al het vee van Egypte stierf; maar van het vee der kinderen Israels stierf niets. (Dat is wat het betekent om op tijd in quarantaine te gaan. Quarantaine van ital. quaranta giorni-veertig dagen, een systeem van maatregelen om de verspreiding van infectieziekten te voorkomen.).
7 En Farao zond heen, om het te weten te komen; en ziet, geen van het vee van Israel stierf. Maar Farao ' s hart verhardde, zodat hij het volk