de aanklager niet om de doodstraf vraagt, twijfel ik eraan dat ze hem ooit nog zullen vrijlaten.”
“Als jij het zegt …” mompelde Jessie. Ze hoefde de zin niet af te maken.
“Laten we over een leuker onderwerp praten.” stelde Hernandez voor. “Ik weet niet of je het nog onthouden hebt na mijn bezoek aan je les, maar ik werk voor een speciale afdeling in de divisie inbraak en moord. De afdeling heeft de naam Homicide Special Section of afgekort HSS. We zijn gespecialiseerd in spraakmakende cases; het soort van cases die veel media-aandacht trekken of die sterk opgevolgd worden door de publieke opinie. Dat zijn onder andere brandstichtingen, moorden met meerdere slachtoffers, bekende personen die vermoord worden en natuurlijk ook seriemoordenaars.
“Zoals Bolton Crutchfield, de man die onder andere door jou gearresteerd werd.”
“Precies,” zei hij. “Onze unit maakt ook gebruik van profilers. Die werken niet exclusief voor ons. Ze werken voor de hele divisie, maar wij hebben voorrang voor hun diensten. Misschien heb je al gehoord van onze senior profiler, Garland Moses?”
Jessie knikte. Moses was een legende voor profilers. Als voormalige FBI-agent was hij naar de West Coast verhuisd in de late jaren ’90 nadat hij tientallen jaren doorheen het land gereisd was om op seriemoordenaars te jagen. Maar de LAPD had hem een voorstel gedaan en hij had ermee ingestemd om als adviseur te werken. Hij werd door de afdeling betaald, maar was geen officiële werknemer, dus kon hij komen en gaan wanneer hij wilde.
Hij was nu meer dan zeventig jaar oud, maar hij kwam nog bijna elke dag naar het werk. En minstens drie of vier keer per jaar las Jessie een artikel waarin verteld werd dat hij een case opgelost had die niemand anders had kunnen oplossen. Naar verluidt had hij een kantoor op de eerste verdieping van dit gebouw in een omgebouwde bezemkast.
“Ga ik hem ontmoeten?” vroeg Jessie en ze probeerde haar enthousiasme in toom te houden.
“Vandaag niet,” zei Hernandez. “Als je de baan aanneemt en het hier een beetje gewend bent geraakt, zal ik je aan hem voorstellen. Hij is wat prikkelbaar.”
Jessie wist dat Hernandez het nog zacht uitdrukte. Garland Moses had de reputatie een zwijgzame rotzak met een kort lontje te zijn. Al hij niet zo goed was in het vinden van moordenaars, zou hij waarschijnlijk nooit een baan hebben gevonden.
“Moses is dus min of meer de profiler emeritus van de divisie,” ging Hernandez verder. “Hij daagt enkel op voor heel grote cases. De afdeling heeft een aantal andere profilers die in dienst werken of als freelancer op minder beruchte cases. Spijtig genoeg heeft Josh Caster, onze juniorprofiler, gisteren zijn ontslag ingediend.”
“Waarom?”
“Officieel?” vroeg Hernandez. “Hij wenste te verhuizen naar een plek waar het aangenamer is voor families. Hij heeft een vrouw en twee kinderen die hij amper zag. Dus aanvaardde hij een baan in Santa Barbara.”
“En niet officieel?”
“Hij kon het niet meer aan. Hij werkte een zestal jaar bij inbraak en moord, ging daarna naar de opleiding van het FBI, kwam helemaal klaar voor de strijd terug en werkte hard als profiler voor twee jaar. Toen liep hij tegen een muur op.”
“Wat bedoel je?” vroeg Jessie.
“Dit is een lelijk beroep, Jessie. Ik heb het gevoel dat ik je dat niet moet vertellen na wat er met je echtgenoot gebeurd is. Maar het is één ding om een keer in aanraking te komen met geweld of de dood. Het is een heel andere zaak om er elke dag mee om te gaan en te zien wat voor vreselijke dingen mensen elkaar kunnen aandoen. Het is moeilijk om je menselijkheid te bewaren als je door die dingen overspoeld wordt. Het vreet aan je. Als je het nergens kwijt kunt aan het einde van de dag, kan het je werkelijk overhoop halen. Dat is iets waarover je moet nadenken als je mijn voorstel overweegt.”
Jessie besloot dat dit niet het moment was om aan rechercheur Hernandez te vertellen dat haar ervaring met Kyle niet de eerste keer was dat ze de dood van dichtbij gezien had. Ze wist niet zeker of het feit dat ze haar vader meerdere mensen had zien vermoorden, waaronder haar moeder, toen ze nog een kind was, haar kansen op de baan zou beïnvloeden.
“Wat is je voorstel precies?” vroeg ze en ze vermeed op die manier het onderwerp.
Ze hadden het bureau van Hernandez bereikt. Hij gebaarde dat ze tegenover hem plaats kon nemen terwijl hij verder praatte.
“Caster vervangen, op zijn minst tijdelijk. De divisie is nog niet bereid om een nieuwe voltijdse profiler aan te nemen. Ze hebben veel geld in Caster geïnvesteerd en ze voelen zich verbrand. Ze willen een grondige selectie van kandidaten organiseren voor ze zijn permanente vervanger aannemen. Ondertussen zoeken ze iemand voor een junior functie die het niet erg vindt om niet voltijds te werken en die voor een laag salaris wil werken.
“Dat zal fantastische kandidaten opleveren,” zei Jessie.
“Inderdaad. Daar vrees ik voor – dat ze om de kosten laag te houden zullen kiezen voor iemand die niet heeft wat nodig is. Als het aan mij zou liggen? Ik kies liever iemand die onervaren is maar talent heeft in plaats van iemand die niet kan profilen.”
“Vind je dat ik talent heb?” vroeg Jessie en ze hoopte dat het niet klonk alsof ze naar complimenten viste.
“Ik zie potentieel. Dat heb je laten zien in de case tijdens de les. Ik heb respect voor jouw professor, Warren Hosta. En hij heeft me verteld dat je echt talent hebt. Hij wilde geen details geven, maar hij gaf aan dat je toestemming had gekregen om een belangrijke gevangene te interviewen en dat je een band had opgebouwd die later misschien nuttig zou zijn. Het feit dat hij me niet meer kon vertellen over waar een pas afgestudeerde masterstudent mee bezig is, gaf me de indruk dat je niet zo onervaren bent als je op het eerste zicht zou denken. Bovendien slaagde je erin om het ingewikkelde moordcomplot van je echtgenoot te ontdekken en desondanks niet vermoord te worden. Dat is niet niets. Ik weet ook dat je aanvaard werd voor de National Academy opleiding van het FBI zonder enige ervaring in ordehandhaving. Dat gebeurt bijna nooit. Dus ik ben bereid het risico te nemen en jouw naam voor te stellen. Enkel als je geïnteresseerd bent natuurlijk. Ben je geïnteresseerd?
HOOFDSTUK VIJF
“Dus je gaat dat FBI ding doen?” vroeg Lacy vol ongeloof terwijl ze nog een slok wijn nam.
Ze zaten op de bank, hadden een halve fles rode wijn gedronken en verslonden het Chinese eten dat net geleverd was. Het was acht uur ’s avonds en Jessie was uitgeput na de langste dag in maanden.
“Ik ga het nog steeds doen, maar niet nu. Ze gaven me een eenmalig uitstel. Ik kan me aansluiten bij een volgende periode, zolang dat binnen de volgende zes maanden is. Als ik dat niet doe, moet ik opnieuw een aanvraag indienen. Omdat ik deze keer veel geluk heb gehad, betekent dat eigenlijk dat ik sowieso snel zal gaan.”
“En je gaat niet omdat je vuil werk wil doen voor de LAPD?” vroeg Lacy en ze leek het amper te geloven.
“Nogmaals, ik doe het nog steeds,” zei Jessie, terwijl ze een stevige slok van haar eigen glas nam, “ik stel het enkel even uit. Ik twijfelde al door alles wat er aan de hand is met de verkoop van het huis en mijn lichamelijke herstel. Dit gaf gewoon de doorslag. Het klinkt bovendien spannend!”
“Helemaal niet,” zei Lacy. “Het klinkt ongelooflijk saai. Zelfs je vriend rechercheur zei dat je routine-opdrachten zal doen en je de onbelangrijke cases zal krijgen die niemand anders wil doen.”
“In het begin. Maar van zodra ik wat meer ervaring heb, zullen ze me zeker iets interessanters geven. Dit is Los Angeles, Lace. Ze kunnen me niet weghouden van de gekte.”
*
Twee weken later, nadat de politieauto haar enkele straten van de plaats delict had afgezet, bedankte ze de agenten en liep ze naar het steegje waar ze de politietape al zag. Terwijl ze de straat overstak en de chauffeurs probeerde te vermijden die meer moeite leken te doen om haar te raken dan om haar te ontwijken, bedacht ze dat dit haar eerste moordcase was.
Als ze terugkeek naar haar korte