Dana Lyons

Transformatie


Скачать книгу

zeil afstapte. Dood en verderf waren oude vrienden van haar en ze had al meer lijken gezien dan ze kon tellen. Maar ze vond – gelukkig – zelden iemand onder het zeil om wie ze gaf.

      Behalve vandaag.

      Ze deed handschoenen aan, hurkte neer en trok het zeil weg. Toen ze Libby's gezicht zag, hapte ze naar adem en sloot haar ogen.

      Ze had geen zachte dood gekregen.

      Libby's lichaam had niet afgezien door lange tijd in het water te liggen, maar haar verstijfde gezicht droeg een uitdrukking van pijn en doodsangst. "Lieve Libby, wat heb je gedaan?" Ze trok het zeil helemaal weg van het lichaam, niet alleen om te zien wat eronder lag, maar ook om te zien wat er ontbrak. Nadat ze even had geijsbeerd, stopte ze, tilde een arm op en tikte met haar vinger tegen haar kin.

      Er waren geen duidelijke verrassingen te merken aan het lichaam van Libby. De jurk, de make-up, haar ene schoen. Ze stelde vast dat er een schoen ontbrak. Aan de andere kant van het lichaam ging ze hurken om beter te kunnen kijken. Ze zag iets glinsteren en reikte tussen Libby's borsten waar de jurk laag uitgesneden was. "Wat is dit?" Wat ze had opgemerkt, bleek een veer te zijn, een piepklein veertje. Ze wilde het vastnemen, maar het zat vast.

      "Huh." gromde ze. Ze keek snel even om zich heen en zag dat niemand interesse had in wat ze aan het doen was. Rechercheur Chagrijn stond met zijn rug naar haar en was geanimeerd aan het spreken met iemand van het medische team. Jarvis was versmolten met zijn telefoon en staarde omhoog met een vinger in zijn vrije oor gedrukt.

      Ze trok zachtjes aan het veertje; het zat inderdaad vast. Ze gaf het een klein rukje en met een plopje kwam het los. Ze haalde een bewijszakje boven, liet het veertje erin vallen en liet het zakje weer in haar zak glijden.

      "Is hier nog iets dat niet klopt?" mompelde ze. Ze bekeek Libby's arm en kneep haar ogen samen; ze was niet zeker van wat ze zag. De huid had… een schaduw.

      Ze legde het zeil terug, bedekte Libby's verkrampte gezicht, het verwrongen lichaam, de lege ogen. "Maak je geen zorgen, meid." zei ze terwijl ze ging staan. "Iemand zal hier beslist voor opdraaien."

      Jarvis stond teken te doen dat ze naar hem toe moest komen. Op het ogenblik dat ze bij hem was, beëindigde hij net heftig knikkend zijn telefoongesprek. "Ja, senator Stanton. Dat begrijp ik. Ik zal het haar zeggen." Hij stopte de telefoon in zijn zak.

      "Wat?"

      "De senator wil dat jij aan deze zaak werkt."

      Ze haalde haar schouders op. "Dat verwachtte ik al; ik zou het zelf niet anders willen."

      "Hij wil dat je samenwerkt met Morgan. Hij kent de rechercheur van een vroegere zaak en hij wil dat hij ook meewerkt aan het onderzoek." Jarvis trok haar opzij. "Wat de senator wil, zal gebeuren. Hij wil jou omdat hij jou kent en hij weet hoe… integer je bent." Hij keek haar nadrukkelijk aan. "Hij weet ook dat je zonder partner werkt."

      Ze zuchtte want ze wist dat ze een niet-zo-subtiel standje zou krijgen; ze staarde over de schouder van Jarvis naar rechercheur Morgan die met de lijkschouwer aan het spreken was. Jarvis ging verder.

      "Iedereen bij de FBI vindt het geweldig dat je je partner hebt aangegeven omwille van corruptie, maar je kan niet blijven alleen werken."

      Ze antwoordde robotachtig. "Niet mijn schuld dat niemand met me wil samenwerken."

      Hij trok haar dichter bij hem en siste in haar oor. "Je bent over de schreef gegaan door die opname aan de vrouw van je partner te geven en je weet het maar al te goed."

      "Wat ik maar al te goed weet," siste ze terug, "is dat zijn vrouw moest weten waarmee ze getrouwd was." Ze trok zich terug en bekeek hem uitdagend van kop tot teen. "Ik zou het zo weer doen."

      Hij negeerde de uitdaging. "Door wie Libby is, is dit een zaak voor de FBI, dus jij bent verantwoordelijk. Maar je moet goed weten dat dit je laatste zaak is zonder partner – je moet daarop voorbereid zijn." Hij gebaarde met zijn hoofd richting Morgan. "Je werkt samen met de rechercheur want dat is wat Stanton eist. En je werkt samen met hem want je moet je sociale vaardigheden opfrissen."

      Ze snoof verontwaardigd, maar zweeg en liet Jarvis verder praten. Achter hem was de lijkschouwer geamuseerd door een grapje van rechercheur Morgan.

      "Luister je wel naar me?"

      Ze keek abrupt weer naar Jarvis en zag dat zijn mond een rechte, boze lijn vormde, een duidelijk teken dat ze iets had gemist. "Ja, mijnheer. Natuurlijk. Wat zei u?"

      "Ik zei dat dit je laatste zaak is waar je alleen aan werkt; ik laat je niet meer zomaar doen. Hierna doe je de volgende test en maak je promotie of anders zadel ik je op met een partner uit je ergste nachtmerrie. Begrepen?"

      Ze knipperde met de ogen en vroeg zich af wat Jarvis dacht dat haar ergste nachtmerrie was. Ze wilde het niet weten. "Ja, mijnheer."

      "Hou me op de hoogte en ga nu samenwerken met je nieuwe partner." Hij stapte op zijn auto af en reed weg.

      "Wow." ze ademde fluitend uit. Ze keek Morgan en de lijkschouwer aan en kwam dichter met haar lippen stijf op elkaar in afwachting van Morgans negatieve houding. Wat zijn probleem ook was, hij raakte er maar beter snel overheen.

      De lijkschouwer zag haar en knikte naar Morgan die zich omdraaide en keek hoe ze naar hen toe liep; met elke stap gleed zijn glimlach verder weg. Tegen dat ze hij hem was, waren zijn ogen hard, zijn lippen een stijve streep vol afkeuring en zaten zijn handen diep in zijn zakken.

      Ze negeerde hem. Ze haalde haar notitieboekje boven en sprak de lijkschouwer aan. "Tijdstip van overlijden?"

      "Het tijdstip van overlijden, rekening houdend met de duur dat het lichaam zich in het water bevond en de temperatuur van het water…"

      "Ja, ja." zei ze terwijl ze cirkeltjes maakte met haar vinger om hem te doen voortmaken.

      "Rond 1 uur vanmorgens, misschien iets later. Als het geen zelfmoord…"

      "Libby Stanton heeft geen zelfmoord gepleegd." De lijkschouwer keek haar snel even aan. "Ik ken haar." protesteerde ze. "Het is geen zelfmoord."

      "Dan zal de doodsoorzaak moeten blijken uit het toxicologisch rapport, aangezien er geen duidelijke fatale wonden te zien zijn. Ik zal meer weten als ik haar opensnij, maar ik durf wedden dat het antwoord in toxicologie te vinden is. Dat verklapt altijd het hele verhaal."

      Ze dacht aan het veertje dat ze van Libby's borst geplukt had.

      Dat zal nogal een verhaal zijn.

      Tijdens het hele gesprek hield ze Morgan zijdelings in het oog. Hij zette een stap achteruit en leunde tegen de auto met gekruiste enkels, zijn handen nog steeds in zijn zakken, kin omhoog… neerkijkend op haar op een erg neerbuigende manier.

      Hij zal klooien en me kwaad maken.

      Ze concentreerde op professioneel blijven en stelde Morgan haar volgende vraag. "Zijn er getuigen? Weten we waar en wanneer ze in het water terechtgekomen is? Is er een handtas gevonden? Gsm?"

      Hij zette zijn voeten naast elkaar en duwde zich weg van de auto terwijl hij zijn kin liet zakken om te antwoorden. "Nee. Nee en nee. Nee. Nee."

      Ze sloot haar ogen en telde tot tien.

      In de stilte die volgde, schraapte de lijkschouwer zijn keel. "Ahum. Eh, excuseer me, ze hebben me ginder nodig."

      Als ze bij tien kwam, opende ze haar ogen en zag nog net hoe de lijkschouwer zich snel uit de voeten maakte om toe te zien op het inladen van Libby's lichaam. Ze keerde zich naar rechercheur Morgan. "Je weet toch dat de senator me heeft bevolen met jou samen te werken aan deze zaak? Je weet ook dat ik de leiding heb?" Ze zweeg even zodat hij verplicht was te reageren. Ze fronste een wenkbrauw.

      "Ja. En ja."

      Terwijl ze haar twee vragen had gesteld, knipperde het vuur in zijn ogen uit en zijn onverschillige houding veranderde in vastgevroren weerstand. Fantastisch, dacht ze. Hoe zal ik in godsnaam Libby's moordenaar vinden met deze idioot als een blok aan mijn been.

      "Stanton wacht op ons in zijn woning in Kalorama." zei ze. "We zien elkaar daar." Ze draaide zich abrupt om en wandelde zo kalm mogelijk weg om met de lijkschouwer te gaan praten. Achter haar hoorde ze Morgans voetstappen knisperen in het grint, dan een auto die