Charley Brindley

De Laatste Plaats In De Hindenburg


Скачать книгу

pasje niet nodig, maar hij droeg het om er officieel uit te zien. In de doorschijnende plastic houder zat zijn foto met PERS in hoofdletters erboven. Onder zijn foto stond een beschrijving in kleine letters. Aan de linkerzijkant stond er zelfs een barcode. Hij noemde zichzelf onder andere een freelancejournalist. In zijn aktetas zat een splinternieuwe Canon voor het geval hij die nodig zou hebben.

      Hij staarde even in haar ogen. "Ik-ik b…" Zijn stem die normaal gezien vast en zelfverzekerd klonk, haperde en brak. Hij begon opnieuw. "Ik ben D-Donovan."

      De vrouw keek even naar zijn uitgestoken had, zette een stap opzij en deed teken dat hij binnen mocht gaan.

      Hooghartig, dacht hij. Door die houding is mijn normale tarief net verdubbeld.

      Hij kende dat soort mensen – arrogant en verwaand omdat ze knap zijn.

      Brute pech.

      In de voorkamer keek hij rond naar de sobere meubels.

      De vrouw – ze was een jaar of twintig – stond voor hem met gekruiste armen.

      "Zullen we maar beginnen?" vroeg hij.

      Ze knikte en ging naar een gang aan haar linkerkant.

      Hij haalde zijn schouders op en volgde haar.

      Ze kwamen bij een kamer met een open deur. In de kamer zat een oude man in een versleten fauteuil die leek te dateren van de jaren 1930, net als het huis en de man zelf. Hij had een paar borstelige grijze haren die over zijn oren gekamd waren en zijn ogen hadden de kleur van een versleten jeansbroek. Lichtgroene bretels op een wit hemd met lange mouwen zaten vastgeklikt aan zijn vrijetijdsbroek.

      De oude man keek toe terwijl Donovan naar de fauteuil liep.

      "Ik ben Donovan." Hij stak zijn hand uit.

      De man staarde naar Donovans hand en keek dan vragend naar de jonge vrouw.

      Vertel me nu niet dat hij ook verwaand is. Wat scheelt er met die twee?

      Hij zette zijn aktetas op de vloer.

      De ogen van de man volgden zijn bewegingen.

      "Hij is niet blind." zei Donovan tegen de vrouw.

      Ze keek van de oude man naar hem. "Hij is niet blind."

      "U bent niet blind." zei Donovan.

      Ze leek verbijsterd. "U bent niet blind."

      "Oké," zei Donovan, "niemand is blind."

      "Niemand is blind."

      Het voelt alsof ik tegen een papegaai praat. Nog een poging en dan ben ik weg uit dit gekkenhuis.

      "U hebt mij gebeld." zei hij tegen de jonge vrouw.

      Ze knikte.

      "Ja, want…"

      Ze ging naar een antieke secretaire, nam een stapel papieren en bracht ze naar hem. Ze stak ze uit naar Donovan.

      Hij nam ze aan en keek naar het bovenste document. Het was een vergeelde fotokopie van een DD-214 van het Amerikaanse marinierskorps, militaire ontslagpapieren dus. Er stond 'William S. Martin' op en het nummer van zijn eenheid. Donovan bladerde naar de volgende pagina en overliep wat er stond. Een iets trok zijn aandacht: geboortedatum: 13 augustus 1925.

      “Wow!” fluisterde Donovan. "Mijnheer," hij las de naam bovenaan de pagina, "Martin, hoe oud bent u?"

      Mr. Martin rechtte zijn dunne schouders en kruiste zijn armen voor zijn borst. "William S. Martin, soldaat eerste klas, een acht vijf zes negen vier acht acht."

      "Hier staat dat u geboren bent op dertien augustus negentienvijfentwintig. Klopt dat?"

      De oude man staarde Donovan even aan. "William S. Martin, soldaat eerste klas, een acht vijf zes negen vier acht acht."

      "Ja, ja," zei Donovan, "naam, rang en serienummer. Dat snap ik. Als deze geboortedatum correct is, bent u drieënnegentig jaar oud."

      Het enige wat Mr. Martin deed, was hem aankijken.

      "De datum op dit ontslag is de eerste december negentienvijfenveertig. Dus u was in dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog?"

      "William S. Martin, soldaat eerste klas, een acht vijf zes negen vier acht acht."

      Donovan sprak tot de vrouw. "Waarom blijft hij steeds zijn naam, rang en serienummer herhalen?"

      "Hij doet zelfde met mij ook. Zelf als ik vraag hij beetje honger, hij herhaalt dit. Hij zegt dit zelfde naam en zo al twee weken of langer. Hij niets anders zegt."

      Donovan was bijna even verrast door de taal van de vrouw als door het feit dat de oude man steeds weer dezelfde informatie herhaalde. Ze sprak gebrekkig Engels, maar het klonk niet alsof ze een andere moedertaal had, want ze had geen vreemd accent. Het leek alsof ze alleen niet wist hoe ze woorden in de juiste volgorde moest plaatsen.

      Ze is dus toch niet zo perfect.

      De jonge vrouw stak haar hand uit naar de stapel documenten, sloeg enkele pagina's om, trok er een brief uit en legde die bovenop de stapel.

      Donovan las luidop:

      Departement Veteranenzaken

      5000 Woodland Ave

      Philadelphia, PA 19144

      24 maart 2014

      Mr. William S. Martin

      1267 Bradley Street

      Avondale PA 19311

      Geachte heer Martin,

      Wij werden op de hoogte gebracht van uw overlijden op 4 juni 1988. Hierbij zetten we de uitbetaling van uw invaliditeitsuitkering stop met ingang van vandaag en eisen dat u de uitkeringen die u hebt ontvangen van 5 juni 1988 tot heden, ten belope van $ 745.108,54, terugbetaalt aan het Departement Veteranenzaken.

      Als dit bedrag niet onmiddellijk wordt terugbetaald, zal van uw maandelijkse invaliditeitsuitkering per maand $ 20.780,80 afgehouden worden tot het totale bedrag terugbetaald is.

      Hoogachtend,

      Mr. Andrew J. Tankers,

      Administratief medewerker van Ms. Karen Crabtree, Directeur.

      Het Departement VZ dient wie ons land gediend heeft.

      Donovan draaide de brief om het licht van het venster waar hij bij stond, op te vangen. Hij bestudeerde de handtekening. Het was effectief origineel ondertekend met inkt, niet voorgedrukt.

      Maar, Mr. Andrew J. Tankers, hoe plant u $ 20.780,80 af te houden van Mr. Martins 'hierbij stopgezette maandelijkse invaliditeitsuitkering'? Vooral aangezien u denkt dat hij overleden is in 1988?

      Donovan keek naar de jonge vrouw. "Lezen die mensen de brieven die ze ondertekenen niet eerst even?"

      Ze haalde haar schouders op.

      "Wat wilt u dat ik doe?" vroeg Donovan.

      "We kunnen deze geld niet krijgen voor enkel de laatste twee maanden."

      "Ja, ik zie dat ze de betaling voor uw… is hij uw grootvader?"

      "Over-."

      "Ze hebben de betaling voor uw overgrootvader stopgezet omdat ze denken dat hij overleden is."

      "Hij niet overleden."

      "Dat zie ik inderdaad, maar zodra een computer bij de overheid denkt dat je dood bent, is het bijna onmogelijk hem van het tegenovergestelde te overtuigen."

      "Maar hoe doen dit nu?"

      "U zal Mr. Martin moeten… hebt u een rolstoel?"

      Ze schudde haar hoofd.

      "U zal aan een rolstoel moeten zien te komen en Mr. Martin… hebt u een wagen?"

      Ze schudde haar hoofd.

      "Dan zal u een taxi moeten bellen en Mr. Martin naar het kantoor van VZ brengen en daar kan hij hen zijn naam, rang…"

      "Waar is dat rolding?"

      Donovan keek even naar de deur. "Is uw moeder