PROLOOG
De fysiotherapeute glimlachte vriendelijk naar haar patiënt, Cody Woods, terwijl ze de machine uitzette.
“Ik denk dat dat wel genoeg CPM voor vandaag is,” zei ze, terwijl zijn been geleidelijk stopte met bewegen.
De machine had zijn been nu een paar uur lang langzaam en passief bewogen om hem te helpen te herstellen van zijn operatie waarbij zijn knie vervangen was.
“Ik was bijna vergeten dat ‘ie aanstond, Hallie,” zei Cody licht grinnikend.
Ze voelde een bitterzoete steek. Ze vond die naam leuk. Hallie. Het was de naam die ze gebruikte als ze als freelance fysiotherapeute werkte hier bij het Signet Revalidatie Centrum.
Ze vond het zonde dat Hallie Stillians morgen zou verdwijnen, alsof ze nooit bestaan had.
Maar goed, dat was hoe het moest gaan.
En daarnaast had ze ook andere namen die ze net zo leuk vond.
Hallie haalde de CPM-machine van het bed en zette deze op de grond. Ze trok Cody’s been voorzichtig recht en legde de dekens op hem weer goed.
Tot slot aaide ze Cody door zijn haar; een intiem gebaar dat de meeste fysiotherapeuten zouden vermijden. Maar ze deed vaak dat soort kleine dingen, en ze had nog nooit een patiënt gehad die het vervelend vond. Ze wist dat ze een bepaalde warmte en empathie uitstraalde, en bovenal, complete oprechtheid. Een kleine onschuldig aanraking van haar was precies gepast. Niemand begreep het ooit verkeerd.
“Hoe is het met de pijn?” vroeg ze.
Cody had na de operatie ongewoon veel zwelling en ontsteking gehad. Dat was waarom hij hier drie dagen extra was gebleven en nog niet haar huis was gegaan. Dat was ook waarom Hallie hier was gebracht om haar speciale genezende kracht uit te voeren. Het personeel van het centrum was goed bekend met Hallie’s werk. Zij vonden haar aardig, en de patiënten mochten haar ook graag, dus ze werd vaak voor gevallen als deze opgebeld.
“De pijn?” zei Cody. “Ik was het bijna vergeten. Jouw stem deed het verdwijnen.”
Hallie voelde zich gevleid, maar was niet verbaasd. Ze had hem een boek voorgelezen terwijl hij aan de CPM-machine lag. Een spionagethriller. Ze wist dat haar stem een kalmerend effect had, bijna als een verdovingsmiddel. Het maakte niet uit of ze voorlas uit Dickens of uit een goedkoop romannetje of uit de krant. Patiënten hadden niet veel pijnstilling nodig onder haar hoede; het geluid van haar stem was vaak al genoeg.
“Dus is het waar dat ik morgen naar huis mag?” vroeg Cody.
Hallie twijfelde een fractie van een seconde. Ze kon niet helemaal eerlijk antwoord geven. Ze wist niet zeker hoe haar patiënt zich morgen zou voelen.
“Dat is wat ze tegen me zeggen,” zei ze. “Hoe denk je daarover?”
Cody kreeg een verdrietige gezichtsuitdrukking.
“Ik weet het niet,” zei hij. “Over drie weken doen ze al mijn andere knie. Maar zal jij er niet zijn om mij erdoorheen te helpen.”
Hallie pakte zijn hand en hield deze lichtjes vast. Ze vond het jammer dat hij zich zo voelde. Sinds ze hem verzorgde, had ze hem uitgebreid verteld over haar zogenaamde leven. Ze vond het zelf nogal een saai verhaal, maar hij leek erdoor betoverd te zijn.
Uiteindelijk had ze hem uitgelegd dat haar man, Rupert, zou stoppen met zijn werk als accountant en met pensioen zou gaan. Haar jongste zoon, James, was in Hollywood aan het proberen om aan de bak te komen als scenarioschrijver. Haar oudste zoon, Wendell, gaf les in linguïstiek hier op de universiteit van Washington in Seattle. Nu de kinderen opgegroeid waren en uit huis waren, gingen zij en Rupert verhuizen naar een mooi koloniaal dorpje in Mexico, waar ze de rest van hun leven zouden doorbrengen. Ze vertrokken morgen.
Het was een prachtig verhaal, dacht ze.
Maar er was niks van waar.
Ze woonde thuis, alleen.
Helemaal alleen.
“O nee, je thee is koud geworden,” zei ze. “Ik zal hem even voor je opwarmen.”
Cody glimlachte en zei, “Graag. Dat zou fijn zijn. En neem zelf ook een kopje. De theepot staat daar op het aanrecht.”
Hallie glimlachte en zei, “Natuurlijk,” zoals ze iedere keer deed wanneer ze deze routine herhaalden. Ze stond op uit haar stoel, pakte Cody’s mok met lauwe thee, en nam deze mee naar het aanrecht.
Maar deze keer stak ze haar hand in haar handtas naast de magnetron. Ze haalde er een klein plastic pillenpotje uit en gooide de inhoud ervan in Cody’s thee. Ze deed het snel, onopvallend. Het was een geoefende beweging die ze goed onder de knie had, en ze wist zeker dat hij haar niet gezien had. Alsnog klopte haar hart een klein beetje sneller.
Toen schonk ze een kop thee voor zichzelf in en zette ze beide mokken in de magnetron.
Ik moet ze uit elkaar houden, herinnerde ze zichzelf. De gele mok voor Cody, de blauwe voor mij.
Terwijl de magnetron zoemde, ging ze weer naast Cody zitten en keek ze hem aan zonder iets te zeggen.
Hij had een aangenaam gezicht, dacht ze. Maar hij had haar over zijn eigen leven verteld, en ze wist dat hij verdrietig was. Hij was al heel lang verdrietig. Hij was een prijswinnende atleet geweest op de middelbare school. Maar hij had zijn knieën geblesseerd bij het spelen van rugby, en daarmee was aan zijn droom van een carrière als topsporter abrupt een einde gekomen. Diezelfde blessures leidden uiteindelijk tot de noodzaak voor kunstknieën.
Sindsdien stond zijn leven in het teken van ellende. Zijn eerste vrouw was overleden in een auto-ongeluk, en zijn tweede vrouw had hem verlaten voor een andere man. Hij had twee volwassen kinderen, maar die praatten niet meer met hem. Hij had een paar jaar geleden ook een hartaanval gehad.
Ze bewonderde aan hem dat hij niet in het minste beetje verbitterd leek te zijn. Integendeel, hij leek juist vol hoop en optimistisch over de toekomst.
Ze dacht dat hij lief was, maar naïef.
Ze wist dat zijn leven niet ineens voorspoedig zou verlopen.
Daar was het te laat voor.
Het belletje van de magnetron onderbrak haar mijmeringen. Cody keek haar aan met een aardige, afwachtende blik.
Ze klopte op zijn hand, stond op, en liep naar de magnetron. Ze pakte de mokken, die nu heet waren, eruit.
Ze herinnerde zichzelf er weer aan:
Geel voor Cody, blauw voor mij.
Het was belangrijk om ze niet door elkaar te halen.
Ze dronken beiden van hun thee zonder veel te zeggen. Hallie zag deze momenten graag als momenten van rustig gezelschap. Het maakte haar een beetje verdrietig om te beseffen dat er niet meer van zouden komen. Na slechts een paar dagen had deze patiënt haar niet langer nodig.
Cody zou snel in slaap vallen. Ze had het poeder met precies genoeg slaapmedicatie gemengd