plek die ze kende.
“Waarom kan ik niet met April naar school?” vroeg Jilly.
“Volgend jaar zitten jullie op dezelfde school,” zei Riley. “Je moet eerst de brugklas afmaken.”
Ze vonden het hoofdkantoor en Riley liet de papieren aan de receptionist zien.
“We willen iemand spreken om Jilly bij deze school aan te melden,” zei Riley.
“Jullie moeten naar de studiebegeleider,” zei de receptionist glimlachend. “Loop maar mee.”
We kunnen allebei wel wat begeleiding gebruiken, dacht Riley.
De studiebegeleider was een vrouw van in de dertig met een krullende bruine haardos. Haar naam was Wanda Lewis, en haar glimlach was zo warm als maar kon. Riley dacht dat ze echt van hulp kon zijn. Een vrouw met deze baan had vast wel met meer leerlingen met onstuimige achtergronden gewerkt.
Mevrouw Lewis gaf ze een rondleiding door de school. De bibliotheek was netjes en geordend en stond vol met zowel computers als boeken. In de gymzaal waren meisjes vrolijk een potje basketbal aan het spelen. De kantine was schoon en levendig. Riley vond alles er werkelijk prachtig uitzien.
Tijdens de rondleiding stelde mevrouw Lewis vrolijk veel vragen aan Jilly over waar ze eerder naar school was geweest, en over haar interesses. Maar Jilly gaf amper antwoord op de vragen van mevrouw Lewis en stelde er zelf geen. Haar nieuwsgierigheid leek een beetje gewekt te worden toen ze bij het kunstlokaal kwamen. Maar zodra ze weer verder gingen, werd ze weer stil en teruggetrokken.
Riley vroeg zich af wat er in het hoofd van het meisje omging. Ze wist dat ze de afgelopen jaren slechte cijfers had gehaald, maar ze had eerder juist goede rapporten gehad. Eerlijk gezegd wist Riley bijna niks over Jilly’s schoolverleden.
Misschien haatte ze school wel.
Een nieuwe school, waar Jilly helemaal niemand kende, zou vast intimiderend zijn. En het zou natuurlijk niet makkelijk worden om haar achterstand bij te halen, aangezien het semester nog maar een paar weken te gaan had.
Aan het einde van de rondleiding wist Riley Jilly over te halen om mevrouw Lewis te bedanken. Ze spraken af dat Jilly morgen zou beginnen. Toen liepen Riley en Jilly naar buiten, de bijtende kou van januari in. Er lag nog een dun laagje sneeuw van gisteren op de parkeerplaats.
“Dus, wat vind je van je nieuwe school?” vroeg Riley.
“Gaat wel,” zei Jilly.
Riley wist niet of Jilly nukkig was of dat ze overdonderd was door alle veranderingen waar ze mee om moest gaan. Terwijl ze dichterbij de auto kwamen, zag ze dat Jilly hard aan het rillen en klappertanden was. Ze droeg een dikke jas van April, maar ze leek echt last te hebben van de kou.
Ze stapten de auto in en Riley zette de auto op contact en zette de verwarming aan. Zelfs toen de auto opwarmde, bleef Jilly rillen.
Riley liet de auto geparkeerd staan. Het was tijd om uit te vinden wat er aan de hand was met dit kind onder haar hoede.
“Wat is er?” vroeg ze. “Is er iets met de school wat je overstuur maakt?”
“Het is niet de school,” zei Jilly, van wie de stem nu trilde. “Het is de kou.”
“Het zal wel niet zo koud worden in Phoenix,” zei Riley. “Dit zal wel vreemd voor je zijn.”
Jilly’s ogen vulden zich met tranen.
“Het wordt soms wel koud,” zei ze. “Vooral ’s nachts.”
“Vertel me alsjeblieft wat er aan de hand is,” zei Riley.
Tranen begonnen over Jilly’s wangen naar beneden te stromen. Ze sprak met een zachte, gesmoorde stem.
“De kou doet me denken aan...”
Jilly viel stil. Riley wachtte geduldig tot ze verder zou praten.
“Mijn vader gaf me altijd overal de schuld van,” zei Jilly. “Hij gaf mij de schuld dat mijn moeder was weggegaan, en mijn broer, en hij vond het zelfs mijn schuld dat hij steeds ontslagen werd. Alles wat er mis ging was altijd mijn fout.”
Jilly snikte nu stilletjes.
“Ga verder,” zei Riley.
“Op een avond zei hij dat hij me weg wilde hebben,” zei Jilly. “Hij zei dat ik een dood gewicht was, dat ik hem tegenhield, en dat hij genoeg van me had en helemaal klaar met me was. Hij schopte me het huis uit. Hij deed de deuren op slot en ik kon niet terug naar binnen.”
Jilly slikte hard bij de herinnering.
“Ik heb het nog nooit in mijn leven zo koud gehad,” zei ze. “Zelfs niet nu, met dit weer. Ik vond een grote afvoerbuis in een greppel, en die was groot genoeg om in te kruipen, dus dat is waar ik die nacht doorbracht. Het was zo eng. Soms liepen mensen vlakbij me, maar ik wilde niet dat ze me zouden vinden. Ze klonken niet als mensen die me zouden helpen.”
Riley sloot haar ogen en stelde zich het meisje verstopt in de afvoerbuis voor. Ze fluisterde, “En wat gebeurde er toen?”
Jilly vervolgde, “Ik ben gewoon ineengedoken de hele nacht blijven zitten. Ik heb niet echt geslapen. De volgende ochtend ging ik terug naar huis en klopte ik op de deuren, riep ik naar Pappa en smeekte ik hem om me binnen te laten. Hij negeerde me, alsof ik er niet eens was. Toen ben ik naar de vrachtwagenparkeerplaats gegaan. Daar was het warm, en er was eten. Sommige vrouwen daar waren aardig tegen me, dus ik besloot om maar te doen wat nodig was om daar te blijven. En die nacht vond jij mij.”
Jilly werd kalmer naarmate ze meer vertelde. Ze leek opgelucht om het eindelijk te delen. Maar nu was het Riley die huilde. Ze kon bijna niet geloven wat dit arme meisje had doorgemaakt. Ze sloeg haar arm om Jilly heen en knuffelde haar stevig.
“Nooit meer,” zei Riley tussen haar snikken door. “Jilly, ik beloof je, je zult je nooit meer zo voelen.”
Het was een enorme belofte, en Riley voelde zichzelf nu klein, zwak, en breekbaar. Ze hoopte maar dat ze hem zou kunnen houden.
HOOFDSTUK DRIE
De vrouw bleef maar denken aan de arme Cody Woods. Ze wist zeker dat hij ondertussen overleden was. Het zou vast en zeker in de ochtendkrant staan.
En hoezeer ze ook genoot van haar warme thee en granola, het maakte haar humeurig dat ze zo lang op het nieuws moest wachten.
Wanneer komt die krant nou? vroeg ze zich af, kijkend naar de keukenklok.
De bezorging leek deze dagen steeds later en later te worden. Ze zou dit probleem natuurlijk niet hebben als ze voor een digitaal abonnement ging. Maar ze hield er niet van om het nieuws op haar computer te lezen. Ze vond het lekker om in een comfortabele stoel te zitten en het ouderwetse gevoel van een krant in haar handen te ervaren. Ze hield er zelfs van hoe de inkt soms aan haar vingers bleef zitten.
Maar de krant was altijd een kwartier te laat. Als het erger zou worden, zou ze moeten bellen om te klagen. Ze haatte het om dat te doen. Het liet altijd een nare nasmaak achter.
En de krant was hoe dan ook de enige manier om het nieuws over Cody te horen. Ze kon nou niet bepaald het Signet Revalidatie Centrum bellen om naar hem te vragen. Dat zou veel te verdacht zijn. Bovendien was ze, voor zover het personeel wist, al lang in Mexico met haar man, en niet van plan om ooit terug te komen.
Of ja, Hallie Stillians was in Mexico. Ze voelde zich een beetje verdrietig dat ze nooit meer Hallie Stillians zou kunnen zijn. Ze was nogal gehecht geraakt aan die alias. Het was zo lief geweest dat het personeel bij Signet haar verrast had met een taart op haar laatste dag.
Ze glimlachte bij de herinnering. De taart was kleurrijk versierd met sombrero’s en een berichtje:
Buen Viaje, Hallie en Rupert!
Rupert was de naam van haar denkbeeldige man geweest. Ze ging het missen om zo liefdevol over hem te praten.
Ze