leidinggevende wist altijd precies wat ze moest zeggen. En in dit geval had ze helemaal niets gezegd. Of grotendeels niets gezegd.
Adele kon nog steeds de blik van haar leidinggevende een gat in haar schedel voelen boren. Het echte overtuigen had eigenlijk in haar eigen hoofd plaatsgevonden. Veel te veel mensen ontliepen hun verdiende loon omdat iemand zich geen ongemak op de hals wilde halen. Moordenaars ontsnapten vanwege luie wetshandhaving. Deze moordenaars, deze monsters, verdienden Adele's gemakzucht niet. Ze zou hen haar uitputting niet schenken. Ze zou hen ook nooit haar angst voor haar verleden schenken.
Het was een tijdje geleden dat ze voor het laatst in Frankrijk was geweest. En heel eerlijk gezegd miste ze het.
Ze paste zich goed genoeg aan en kon de taal goed genoeg spreken dat maar weinig mensen haar als toerist zouden aanmerken.
Adele verschoof en herpositioneerde zich tegen de hoofdsteun. Ze kalmeerde zich, ademde lichtjes, ademde zeven seconden in en ademde daarna acht seconden uit. Een kleine ademhalingsoefening die psycholoog, haar ex-vriend, haar ooit had geleerd. Dezelfde met wie ze naar Amerika was gegaan.
Die relatie was tot een explosief einde gekomen. Adele was nooit zo goed geweest in het omgaan met de slechte eigenschappen van anderen. Sommigen beschouwden haar als zelfingenomen, maar zelf vond ze dat ze vastberaden was.
En toen de psycholoog haar bedrogen had met een gemeenschappelijke vriendin, had ze besloten dat de relatie zijn langste tijd had gehad.
Adele reikte onder haar stoel, haalde haar aktenkoffertje tevoorschijn en greep naar de laptop.
Sam had het rapport en de bestanden van DGSI gedownload voor haar vertrek. Ze had er niet naar willen kijken in de auto, op weg naar het vliegveld. Het was haar toegestaan een kleine koffer mee te nemen, wat haar een hele twintig minuten had gekost. Ze had niet veel luxe nodig op reis; afgezien een paar kledingstukken en toiletartikelen had Adele alleen haar plastic ontbijtkom en een lepel ingepakt.
Ze voelde haar vingers een beetje trillen toen ze de grendel op haar laptop indrukte en de computer opensloeg. Ze verschoof in haar stoel en draaide het scherm naar het raam, weg van het gangpad. Haar ogen schoten omhoog en zagen een paar kinderen die zes rijen terug in de businessclass zaten. Zij mochten het scherm niet zien en daarom beschermde ze het met haar lichaam en draaide het nog verder om.
Natuurlijk had ze geen tijd verspild op weg naar de luchthaven. Het doornemen van de dossiers van de vorige slachtoffers was niet leuk geweest, maar wel noodzakelijk. De moordenaar leek geen bijzondere voorkeuren te hebben die Adele kon waarnemen. Hij koos zijn slachtoffers willekeurig, behalve #
p hun leeftijd.
Haar hoofd bonkte en Adele sloot haar ogen, wel wetend wat ze zou zien als ze ze opendeed. Afbeeldingen speelden op herhaling op de binnenkant van haar oogleden. Angus had haar ervan beschuldigd getrouwd te zijn met de baan.
Hij had maar half gelijk.
Ze was getrouwd met de geesten van de slachtoffers uit het verleden. Getrouwd, uit pure wilskracht, met degenen wier stemloze lippen om gerechtigheid riepen.
Jeremy Benthem. Negenentwintig. Vader van twee kinderen. De Benjamin Killer had zich ditmaal gehaast – zijn eerste moord. Althans de eerste die Adele naar hem kon herleiden. Ze kon het zien in haar gedachten, zo duidelijk alsof ze naar een video zat te kijken: Jeremy's lichaam op de grond, gewoon tussen de gymzaal van de middelbare school en de vuilnisbak geschoven. Hij was de hoofdtrainer van het junior basketbalteam geweest. Twee handschoenen die dichtbij een brandkraan waren weggegooid. Het lab had geen afdrukken kunnen vinden.
Jeremy was in zijn borst en lies gesneden en een van zijn ogen was opengesneden. Bibberige sneden – adrenaline van een moordenaar die zijn eerste moord pleegt. Geen van de wonden was voldoende geweest om de coach van de middelbare school om het leven te brengen. In plaats daarvan verlamde de dader zijn slachtoffers eerst. Hij gebruikte een stof, maar de toxicologische rapporten waren nog steeds niet helemaal duidelijk. Het was geen chloroform en geen Rohypnol. Wat hij ook toediende, het was combinatie van het een of ander, een huisbrouwseltje.
En dan, zodra zijn slachtoffers niet meer konden bewegen, ging hij aan het werk.
Het tweede slachtoffer. Tasha Hunt. Daar had Adele vastgesteld dat de moordenaar een scalpel gebruikte. Zijn inkepingen waren stabieler en zelfverzekerder geworden. Geoefender. Maar bij de alleenstaande moeder uit Indiana had hij ook een kapmes gebruikt.
Adele klemde haar tanden op elkaar bij de herinneringen die door haar hoofd rolden. De lokale politie had aanvankelijk gedacht dat de dader zijn slachtoffers op andere manieren overweldigde. Maar hij had zijn handschoenen uitgetrokken.
Die handschoenen bij de brandkraan. Dat had hij niet moeten doen. Een vergissing – de onnodige fout van een groentje in zijn eerste grote wedstrijd.
Alleen…alleen waren ze de handschoenen van de moordenaar helemaal niet geweest. Ze had vastgesteld dat ze van het slachtoffer waren, van Jeremy. Waarom had de dader in godsnaam Jeremy’s handschoenen uitgetrokken? Zo'n vreemde beslissing. Hij had niet in Jeremy's vingers gesneden…
Tussen de vingers, bijna onmerkbaar – daar had ze de injectiemarkering gevonden. Ze had ooit een relatie gehad met een man die zijn drugsgebruik verborg door zich tussen de tenen en vingers te injecteren. Bij haar vriend had ze het niet opgemerkt, al die jaren terug.
Maar ditmaal had ze het niet over het hoofd gezien. De Benjamin Killer was voorzichtig, berekenend… Maar niet perfect. Dat was geen enkele moordenaar.
Adele wist dat ze niets in de dossiers over het hoofd had gezien. Maar op aandringen van Lee had ze de nodige zorgvuldigheid betracht tijdens de rit naar de luchthaven.
In eerste instantie had ze gedacht dat de dader misschien op medisch gebied werkzaam was: het medicijn dat hij gebruikte was een soort tandarts-nitreuze of een verdoving. Maar die theorieën werden snel ontkracht door het lab. Het scalpel was misschien een te voor de hand liggend wapen voor een chirurg of anesthesioloog.
Toch het meest gruwelijke deel: ondanks het middel die de moordenaar gebruikt had, wat die ook moge wezen, ondanks dat ze hun lichaam niet meer kon gebruiken, behielden de slachtoffers hun bewustzijn volledig. Ze konden voelen, en voelen wat er met hen werd gedaan.
De dader sneed in ze op een locatie uit het zicht en keek dan toe. Hij zou, voor zijn eigen kijkplezier, getuige zijn van het langzame doodbloeden van het gekozen doelwit, en dan vertrok hij, lang voor ze dood waren.
Hij had nog nooit een dodelijke slag toegebracht. Hij had nog nooit vitale organen, aderen of slagaders geraakt waarvan de slachtoffers snel zouden kunnen uitbloeden. Een zwakke man? Adele wist het niet zeker. Een slimme man? Heel zeker.
Hij deed het graag rustig aan. Bij het derde slachtoffer had hij zijn vak geperfectioneerd: hij had Agatha Mencia bijna vier uur lang laten bloeden voordat ze uiteindelijk stierf.
"Zieke wending," zei Adele, zachtjes mompelend, terwijl haar milde accent het "ih"-geluid in "ie" verdraaide. Adele probeerde vaak haar professionaliteit te behouden. Het was de enige manier om niet dol te draaien in een baan als deze. Maar af en toe kwam ze moordenaars, psychopaten tegen, die een aanslag pleegden op het vermogen rationeel te denken.
Adele deed weer haar ademhalingsoefening en bladerde door de bestanden in haar downloadmap. Uiteindelijk klikte ze, tegen het raam geklemd en iedereen achter haar van de foto's of inhoud van het rapport blokkerend, op het nieuwste bestand dat door Sam was geüpload.
Ze bestudeerde de foto's met koude, klinische berekeningen en weigerde iets over te slaan. Ze catalogiseerde zoveel mogelijk van de informatie, haar ogen flitsten van frame naar frame en lazen de aantekeningen van de patholoog onder elk plaatje.
Een jonge vrouw – zonder blouse, zonder schoenen. De dader dacht dat hij slim was. Maar de ontbrekende schoenen waren geen fetisj. Hij had haar tussen de tenen ingespoten; Adele durfde het te wedden.
Ze bekeek een foto van de plaats delict – onder een donkere, bedompte brug. Eenzaam, uit het zicht. Adele's blik schoot terug naar het beeld van het meisje. Geen prostituee en ook geen meisje uit het goedkope deel van de stad. Een leuk meisje – een stadsmeisje. Hoe had de moordenaar haar onder de brug gelokt?
Kende