hebben als een dame in nood, en Emily gunde hem het plezier van gelijk krijgen niet.
Maar haar maag begon weer te klagen en ze was doodop. Veel te moe om door te gaan. Emily stond in de rivier die ze had gemaakt, opeens overweldigd door haar situatie, te trots om te vragen om de hulp die ze nodig had, te zwak om zelf te doen wat er gedaan moest worden. Frustratie rees in haar op, tot dit zich uitte in hete tranen. Haar tranen maakten haar nog bozer, boos op zichzelf dat ze zo nutteloos was. In haar gefrustreerde geest berispte ze zichzelf en als een nukkig en koppig kind, nam ze zichzelf voor meteen naar huis te gaan zodra de sneeuw gesmolten was.
Emily gooide de schop neer en stampte met doorweekte sportschoenen terug het huis in. Ze schopte ze uit bij de deur en ging terug de woonkamer in om zich op te warmen bij het vuur.
Ze liet zich op de stoffige bank zakken en greep haar telefoon. Ze zou Amy bellen en haar het o-zo-verwachte nieuws te vertellen dat ze gefaald was in haar eerste en enige poging om zelfstandig te zijn. Maar de batterij van de telefoon was leeg. Emily onderdrukte een gil en gooide haar nutteloze telefoon terug op de bank. Ze ging verslagen op haar zij liggen.
Door haar eigen gesnik heen hoorde Emily buiten geschraap. Ze ging rechtop zitten, droogde haar tranen, rende naar het raam en keek naar buiten. Ze zag meteen dat Daniel er was. Hij had de schop die ze neergegooid had in zijn handen en groef zich een weg door de sneeuw heen. Hij werkte verder aan wat zij niet af had kunnen maken. Ze kon bijna niet geloven hoe snel hij de sneeuw weg kon halen, hoe vaardig hij was, hoe geschikt hij was voor het werk, alsof hij geboren was om op het land te werken. Maar haar bewondering was van korte duur. In plaats van Daniel dankbaar te zijn, of blij te zijn dat hij een pad had kunnen maken, helemaal tot aan de uitlaat, was ze boos op hem, richtte ze haar frustratie op hem in plaats van op zichzelf.
Zonder na te denken greep Emily haar natte sportschoenen en trok ze weer aan. Haar hoofd liep over van de gedachten; herinneringen aan al haar waardeloze ex-vriendjes die niet naar haar geluisterd hadden, die zich met haar bemoeid hadden, en hadden geprobeerd haar te “redden”. Niet alleen Ben; voor hem was het Adrian geweest, die zo beschermend was geweest dat hij haar verstikte, en voor hem was er Mark, die haar had behandeld als een breekbaar kunstwerk. Ieder van hen had het verhaal van haar verleden gehoord, waarvan de mysterieuze verdwijning van haar vader slechts het topje van de ijsberg was, en hadden haar behandeld als iets wat bescherming nodig had. Al deze mannen in haar verleden hadden haar gemaakt hoe ze nu was en ze wilde het niet langer accepteren.
Ze stormde naar buiten, de sneeuw in.
“Hey!” riep ze. “Waar ben je mee bezig?”
Daniel stopte maar even. Hij keek niet eens over zijn schouder, ging gewoon door met zijn werk en zei toen op kalme toon, “Ik maak een pad vrij.”
“Dat zie ik ook wel,” snauwde Emily. “Wat ik bedoel is waarom; ik had toch gezegd dat ik je hulp niet nodig had?”
“Omdat je anders zou bevriezen,” antwoordde Daniel simpelweg, en keek nog steeds niet naar haar. “En het water ook, nu ik heb gezorgd dat het werkt.”
“Dus?” antwoordde Emily. “Wat heb jij ermee te maken als ik bevries? Het is mijn leven. Ik kan bevriezen als ik dat wil.”
Daniel had geen haast om met Emily te praten, of mee te doen met de ruzie die ze zo duidelijk zocht. Hij bleef gewoon scheppen, heel kalm, ritmisch, net zo onverstoord door haar aanwezigheid als hij geweest zou zijn wanneer ze er helemaal niet was geweest.
“Ik ben niet bereid niets te doen en je gewoon te laten sterven,” antwoordde Daniel uiteindelijk.
Emily deed haar armen over elkaar. “Ik denk dat dat een beetje melodramatisch is, jij niet? Er zit wel wat verschil tussen het een beetje koud hebben en doodgaan!”
Eindelijk ramde Daniel de schop de sneeuw in en hij ging rechtop staan. Hij keek haar aan, zijn uitdrukking onleesbaar. “De sneeuw lag zo hoog dat het de uitlaat bedekte. Als je die boiler aan zou zetten, zouden de rookgassen meteen terug het huis in gaan. Je zou binnen twintig minuten dood zijn door koolmonoxidevergiftiging.” Hij zei het zo vanzelfsprekend dat Emily ervan schrok. “Als je dood wilt gaan, doe je dat maar in je eigen tijd. Maar het gebeurt niet terwijl ik in de buurt ben.” Met die woorden gooide hij de schop op de grond en liep hij terug naar het koetshuis.
Emily stond daar en keek hem na. Ze voelde haar boosheid wegsmelten, waarna schaamte het overnam. Ze voelde zich schuldig over hoe ze tegen Daniel had gesproken. Hij probeerde alleen maar te helpen en zij had het gewoon terug in zijn gezicht gegooid als een verwend kind.
Ze wilde achter hem aan rennen om haar excuses aan te bieden, maar op dat moment verscheen de oude olietruck aan het einde van de straat. Emily voelde haar hart een blij sprongetje maken, en was verrast door hoe gelukkig ze zich voelde, terwijl ze alleen maar olie geleverd kreeg. In het huis in Maine verblijven had niet meer kunnen verschillen van haar leven in New York.
Emily keek toe terwijl Eric uit de truck sprong, verrassend behendig voor iemand die zo oud was. Hij had een overall met olievlekken aan, net als een personage uit een tekenfilm. Hij had een verweerd maar vriendelijk gezicht.
“Hallo,” zei hij op dezelfde onzekere toon die hij ook aan de telefoon had gebruikt.
“Ik ben Emily,” zei Emily, en ze reikte hem de hand. “Ik ben erg blij dat u hier bent.”
Eric knikte alleen maar en ging meteen aan de slag met de oliepomp. Hij was duidelijk niet zo’n prater. Emily stond er een beetje ongemakkelijk bij te kijken hoe hij werkte, met een zwak lachje iedere keer dat ze merkte dat hij snel haar kant op keek, alsof hij verward was door het feit dat ze hier was.
“Kunt u me de boiler laten zien?” zei hij toen alles klaar was.
Emily dacht aan de kelder, aan haar afkeer voor de grote machines die er stonden en het huis aandreven, aan de duizenden spinnen die er door de jaren heen hun webben hadden gemaakt.
“Ja, deze kant op,” zei ze met een dun stemmetje.
Eric pakte zijn zaklamp, en samen gingen ze de enge, donkere kelder in. Net als Daniel bleek Eric handig te zijn met machines. Binnen een paar seconden begon de grote boiler te werken. Emily kon het niet helpen; ze sloeg haar armen om de oude man heen.
“Het werkt! Ik kan niet geloven dat het werkt!”
Eric verstijfde bij haar aanraking. “Je moet niet rommelen met zo’n oud huis,” antwoordde hij.
Emily liet hem los. Het kon haar niet eens schelen dat er nog een persoon was die zei dat ze moest stoppen, dat ze niet goed genoeg was. Het huis had nu verwarming en water, en dat betekende dat ze niet als een mislukkeling terug hoefde te keren naar New York.
“Hier,” zei Emily, en ze pakte haar tas. “Hoeveel krijgt u van me?”
Eric schudde alleen maar zijn hoofd. “Dat is allemaal geregeld,” antwoordde hij.
“Geregeld door wie?” vroeg Emily.
“Gewoon iemand,” antwoordde Eric ontwijkend. Hij voelde zich duidelijk niet op zijn gemak bij de ongewone situatie. Wie hem ook had betaald om hier te komen en haar van olie te voorzien had hem gevraagd om het stil te houden, en de situatie maakte hem ongemakkelijk.
“Nou, oké,” zei Emily. “Als u het zegt.”
Ze besloot dat ze zou uitzoeken wie het gedaan had zodat ze hem kon terugbetalen.
Eric knikte een keer, scherp, en liep toen terug de kelder uit, met Emily op zijn hielen; ze wilde niet alleen in de kelder blijven. Terwijl ze de trap beklom, merkte ze dat ze zich lichter voelde.
Ze liep met Eric naar de deur.
“Dank u, echt,” zei ze, met zo veel mogelijk betekenis in haar stem als ze erin kon leggen.
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте