Sophie Love

Voor Nu en Voor Altijd


Скачать книгу

en keek haar aan met een opgetrokken wenkbrauw. “Ga je gang.” Hij bood haar de lucifers aan.

      Emily pakte ze en stak er een aan. Het kleine oranje vlammetje flikkerde vlak bij haar vingers. In werkelijkheid had ze alleen haar vader vuur zien maken; ze had het nooit zelf gedaan. Maar ze kon het zich zo helder voor de geest halen, dat ze erop vertrouwde dat ze het kon. Dus ze knielde voor de haard en stak de aanmaakhoutjes die Daniel onder in de haard had gelegd aan. Binnen een paar seconden ging het vuur aan, met een bekend womp-geluid, dat voor haar net zo troostrijk en nostalgisch voelde als al het andere in het grote huis. Ze was trots op zichzelf toen de vlammen groter werden. Maar in plaats van de schoorsteen in te gaan, begon er zwarte rook de kamer in te komen.

      “Shit!” riep Emily, terwijl rookpluimen haar omhulden.

      Daniel begon te lachen. “Je zei toch dat je een vuur kon maken,” zei hij, en hij deed de schoorsteen open. De rookpluimen werden meteen naar buiten gezogen. “Ta-da,” voegde hij er met een grijns aan toe.

      Terwijl de rook om hen heen dunner werd, trok Emily een gezicht tegen hem, te trots om hem te bedanken voor de hulp die ze overduidelijk nodig had. Maar het was een hele opluchting om eindelijk warm te zijn. Ze voelde dat haar bloedsomloop weer ging werken en haar tenen en neus werden weer warm. Haar stijve vingers werden losser.

      Het vuur hulde de woonkamer in een zacht, oranje schijnsel. Emily kon eindelijk alle oude, antieke meubels zien waarmee haar vader het huis had gevuld. Ze keek om zich heen naar de versleten, verwaarloosde spullen. De grote boekenkast stond in een hoek. Van de boeken waarmee die kast ooit vol had gestaan, waren er nu nog maar een paar over. Daar bij het raam stond de oude pianovleugel. Deze zou nu wel vals zijn geworden, maar vroeger had haar vader liedjes voor haar gespeeld terwijl zij met hem mee had gezongen. Haar vader was zo trots geweest op het huis en wat ze nu zag, de haveloze staat onthuld door het licht, maakte haar van streek.

      De twee banken waren bedekt met witte lakens. Emily dacht erover deze weg te halen, maar wist dat dit een stofwolk zou veroorzaken. Na de rookwolk, wist ze niet zeker of haar longen dit aan zouden kunnen. En Daniel zag er best comfortabel uit, op de vloer naast de haard, dus ging ze naast hem zitten.

      “Dus,” zei Daniel, en hij warmde zijn handen bij het vuur. “We hebben in ieder geval wat warmte voor je gemaakt. Maar er is geen elektriciteit in het huis, en ik geloof niet dat je eraan gedacht hebt om een zaklamp of kaars in te pakken in die koffer van je.”

      Emily schudde haar hoofd. Haar koffer zat vol onbelangrijke dingen, niets bruikbaars, niets wat ze hier echt nodig zou hebben.

      “Papa had vroeger altijd kaarsen en lucifers,” zei ze. “Hij was altijd voorbereid. Ik denk dat ik verwacht had dat er nog een hele kast vol zou zijn, maar na twintig jaar…”

      Ze stopte, zich er opeens van bewust dat ze een herinnering aan haar vader onder woorden had gebracht. Dit deed ze niet vaak, ze hield haar gevoelens wat hem betreft meestal diep in haar binnenste verborgen. Ze was verrast door het gemak waarmee ze over hem gepraat had.

      “Dan kunnen we gewoon hier blijven,” zei Daniel vriendelijk, alsof hij doorhad dat Emily een pijnlijke herinnering herleefde. “Dit vuur zorgt voor genoeg licht om te kunnen zien. Wil je wat thee?”

      Emily fronste. “Thee? Hoe ga je dat doen zonder elektriciteit?”

      Daniel glimlachte alsof hij een uitdaging aannam. “Kijk en leer.”

      Hij stond op en verliet de grote woonkamer, en kwam een paar minuten later terug met een kleine pot die leek op een kookpot.

      “Wat heb je daar?” vroeg Emily nieuwsgierig.

      “O, dit wordt gewoon de beste thee die je ooit gedronken hebt,” zei hij, en hij zette de ketel boven de vlammen. “Je hebt nooit echt theegedronken tot je theedrinkt die boven een vuur gekookt is.”

      Emily keek naar hem, de manier waarop het licht van het vuur over zijn gelaatstrekken danste, waardoor het nog meer benadrukt werd hoe knap hij was. Hij was alleen maar aantrekkelijker omdat hij zo geconcentreerd bezig was. Emily kon het niet helpen dat ze bewondering had voor hoe praktisch en vindingrijk hij was.

      “Hier,” zei hij, en hij doorbrak haar mijmeringen door haar een kop te geven. Hij keek vol verwachting toe terwijl ze er een slokje van nam.

      “O, dit is heel lekker,” zei Emily, vol opluchting omdat ze eindelijk haar botten kon verwarmen.

      Daniel begon te lachen.

      “Wat?” vroeg Emily hem uitdagend.

      “Ik had je gewoon nog niet zien glimlachen,” antwoordde hij.

      Emily keek weg. Ze voelde zich opeens verlegen. Daniel was een compleet andere man dan Ben, maar toch voelde ze zich sterk tot hem aangetrokken. Misschien zou ze zich op een andere plek en een andere tijd overgeven aan haar lust. Ze was ook al zeven jaar met niemand anders dan Ben geweest, en ze verdiende wat aandacht, wat spanning.

      Maar nu was niet het goede moment. Niet met alles wat er aan de hand was, met haar leven vol chaos en opschudding, en de herinneringen van haar vader die constant aanwezig waren in haar geest. Ze had het gevoel dat ze overal waar ze keek schaduwen van hem kon zien; hoe hij op de bank had gezeten met een jonge Emily tegen zich aan, terwijl hij haar had voorgelezen; hoe hij naar binnen was gekomen met een grote lach op zijn gezicht nadat hij een kostbaar antiek had ontdekt op de vlooienmarkt, hoe hij daarna uren bezig was geweest met het schoonmaken hiervan en het tot zijn oude pracht te herstellen. Waar was al dat antiek nu? Alle beeldjes en de kunst, het herdenkingsservies en keukengerei uit de tijd van de Burgeroorlog? Het huis had niet stilgestaan, bevroren in de tijd, zoals in haar herinnering. De jaren hadden hun tol geëist, iets waar ze geen rekening mee gehouden had.

      Emily werd geraakt door nog een golf van rouw terwijl ze naar de stoffige, vervallen kamer keek, die ooit vol leven en gelach was geweest.

      “Hoe komt het dat het huis er zo uit ziet?” riep ze plotseling uit, en kon de beschuldigende toon niet uit haar stem houden. Ze fronste. “Ik bedoel, jij hoort er toch voor te zorgen?”

      Daniel keek ongemakkelijk, alsof hij schrok van haar plotselinge agressie. Niet veel eerder hadden ze een zachtaardig, teergevoelig moment gedeeld. Seconden later was ze het vuur aan zijn schenen aan het leggen. Daniel gaf haar een koele blik. “Ik doe mijn best. Het is een groot huis. Ik ben maar in mijn eentje.”

      “Sorry,” zei Emily verontschuldigend; ze vond het niet fijn dat zij de oorzaak was van Daniels donkere uitdrukking. “Ik wilde je niet afsnauwen. Ik bedoel alleen…” Ze keek naar haar beker en draaide de theeblaadjes rond. “Toen ik een kind was leek dit wel een plek uit een sprookje. Het was zo adembenemend, snap je? Zo mooi.” Ze keek op en zag dat Daniel aandachtig naar haar keek. “Het is gewoon zo triest om het zo te zien.”

      “Wat had je verwacht?” antwoordde Daniel. “Het is al twintig jaar verlaten.”

      Emily keek verdrietig weg. “Ik weet het. Ik denk dat ik gewoon wilde geloven dat de tijd hier had stilgestaan.”

      Bevroren in de tijd, net als het beeld van haar vader wat ze in haar hoofd had. Voor haar was hij nog steeds veertig jaar oud, nooit een dag ouder geworden. Hij zag er nog steeds hetzelfde uit als de laatste keer dat ze hem had gezien. Maar waar hij ook was, de tijd zou net zoveel invloed op hem hebben gehad als op het huis. Emily’s voornemen om het huis op te knappen werd nog sterker. Ze wilde niets liever dan deze plek in al haar glorie herstellen. Als ze dat deed, zou het misschien zijn alsof ze haar vader terugbracht. Ze kon dit doen om hem te eren.

      Emily dronk haar laatste slok thee en zette de kop weg. “Ik moet denk ik gaan slapen,” zei ze. “Het is een lange dag geweest.”

      “Natuurlijk,” antwoordde Daniel, en hij stond op. Hij bewoog zich snel, liep de kamer uit en door de gang naar de voordeur, terwijl Emily hem volgde. “Laat het me weten als je een probleem hebt, oké?” vervolgde hij. “Ik woon dichtbij, daar in het koetshuis.”

      “Dat zal niet nodig zijn,” zei Emily verontwaardigd. “Ik kan het zelf wel.”

      Daniel trok de voordeur open