haar type, maar zijn koele blauwe ogen en de stoppels op zijn goed gevormde kin hadden een zekere schoonheid, en Emily was verrast door hoe sterk ze zich tot hem aangetrokken voelde.
“Kan ik u helpen?” vroeg ze.
De man bekeek haar aandachtig, alsof hij hoogte van haar probeerde te krijgen. “Ik ben Daniel,” zei hij. Hij stak zijn hand uit. Ze schudde hem, en stond even stil bij het gevoel van de ruwe huid van zijn handen. “Wie ben jij?”
“Emily,” antwoordde ze, zich plotseling bewust van het gevoel van haar eigen hartslag. “Mijn vader is de eigenaar van dit huis. Ik kom hier het weekend doorbrengen.”
Daniel keek haar nog indringender aan. “De huisbaas is hier al twintig jaar niet geweest. Heb je toestemming gekregen om hier zomaar langs te komen?”
Zijn toon was hard, een beetje vijandig, en Emily deinsde terug.
“Nee,” zei ze, ongemakkelijk omdat hij haar herinnerde aan de pijnlijkste ervaring van haar leven, de verdwijning van haar vader, en ze was verrast door hoe kortaf Daniel deed. “Maar ik mag van hem gaan en staan waar ik wil. Wat heb jij hiermee te maken?” Ze nam zijn toon over.
“Ik ben hier de opzichter,” antwoordde hij. “Ik woon in het koetshuis op het landgoed.”
“Je woont hier?” riep Emily uit, die het beeld van een vredig weekend in het oude huis van haar vader voor haar ogen in duigen zag vallen. “Maar ik wilde dit weekend alleen zijn.”
“Ja, nou, dat wilde ik ook liever,” antwoordde Daniel. “Ik ben het niet gewend dat mensen onaangekondigd langskomen.” Hij keek achterdochtig over haar schouder. “En knoeien met het pand.”
Emily deed haar armen over elkaar. “Waarom denk je dat ik geknoeid heb met het pand?”
Daniel haalde als antwoord één wenkbrauw op. “Nou, tenzij je hier het hele weekend in het donker en de kou wilt zitten, verwacht ik dat je ermee gaat knoeien. De boiler aan de praat wil krijgen. De leidingen aftappen. Dat soort dingen.”
Emily’s norsheid maakte plaats voor schaamte. Ze bloosde.
“Je hebt de boiler nog niet aan de praat gekregen, of wel?” antwoordde Daniel. Hij had een ironisch lachje op zijn lippen waar Emily aan zag dat hij haar situatie wel grappig vond.
“Ik heb de kans gewoon nog niet gehad,” zei ze op hooghartige toon, in een poging om niet te veel gezichtsverlies te lijden.
“Zal ik het je laten zien?” vroeg hij, bijna lui, alsof hij hier zijn hand niet voor zou omdraaien.
“Zou je dat willen doen?” vroeg Emily, tamelijk verrast en verward dat hij zijn hulp aanbood.
Hij stapte op de deurmat. Er vielen sneeuwvlokken van zijn jas, waardoor er een kleine sneeuwstorm ontstond in de gang.
“Ik doe het liever zelf dan dat jij iets breekt,” legde hij uit terwijl hij nonchalant zijn schouders ophaalde.
Emily merkte op dat de vallende sneeuw buiten haar open voordeur een serieuze sneeuwstorm aan het worden was. Ze wilde het niet toegeven, maar ze was erg dankbaar dat Daniel op dat moment verschenen was. Als dit niet was gebeurd, was ze waarschijnlijk doodgevroren in de nacht.
Ze deed de deur dicht en met zijn tweeën liepen ze door de gang naar de deur die naar de kelder leidde. Daniel was goed voorbereid. Hij haalde een zaklantaarn tevoorschijn en scheen de trap af die de kelder in leidde. Emily volgde hem naar beneden, de naargeestige ruimte in, een beetje gespannen door het duister en de spinnenwebben. Als kind was ze doodsbang geweest voor de oude kelder en ze was er zelden naar beneden gegaan. De ruimte stond vol ouderwetse machines en mechanische systemen die het huis draaiende hielden. Ze was overweldigd door de aanblik, en nogmaals vroeg ze zich af of ze een fout had gemaakt door hier te komen.
Gelukkig had Daniel de boiler in enkele momenten aan de praat, alsof het de simpelste handeling van de wereld was. Emily was een beetje geërgerd dat ze een man nodig had gehad, terwijl ze hier juist was gekomen om haar zelfstandigheid terug te krijgen. Ze realiseerde zich dat hij wat haar betrof zo snel mogelijk weg moest gaan, hoewel Daniel op een stoere manier aantrekkelijk was en ze zich ook zeker tot hem aangetrokken voelde. Ze kon zichzelf moeilijk herontdekken zolang hij in het huis was. Het was erg genoeg dat hij op het landgoed woonde.
Ze waren klaar met de boiler, dus verlieten ze de kelder. Emily was opgelucht om uit de duistere muffe ruimte te zijn. Ze volgde Daniel door de hal en naar de bijkeuken. Hij begon meteen te werken aan de leidingen.
“Ben je bereid het huis de hele winter te verwarmen?” vroeg hij haar van onder het werkblad. “Want anders gaan ze bevriezen.”
“Ik blijf maar een weekend,” antwoordde Emily.
Daniel schoof onder het werkblad vandaan en ging rechtop zitten, zijn haar in de war, met plukjes die aan alle kanten uitstaken. “Je moet niet rommelen met een oud huis als dit,” zei hij, en hij schudde zijn hoofd.
Maar hij zorgde toch dat ze water had.
“En waar is de verwarming?” vroeg Emily toen hij klaar was. Het was nog steeds ijskoud, ondanks het feit dat de boiler nu aan was en de leidingen vrij waren. Ze wreef over haar armen, voor een betere bloedsomloop.
Daniel lachte en veegde zijn handen schoon met een handdoek. “Die gaat niet zomaar uit zichzelf werken hoor. Je zult olie moeten laten leveren. Ik kon alleen maar de boiler aan de praat krijgen.”
Emily zuchtte gefrustreerd. Dus Daniel was toch niet echt de prins op het witte paard waar ze hem voor had aangezien.
“Hier,” zei Daniel en hij gaf haar een visitekaartje. “Dat is het telefoonnummer van Eric. Hij zal het hier afleveren.”
“Dank je,” mompelde ze. “Maar ik geloof niet dat ik hier ontvangst heb.”
Ze dacht aan haar mobiele telefoon, het gebrek aan streepjes en herinnerde zich hoe alleen ze echt was.
“Er staat verderop in de straat een telefooncel,” zei Daniel. “Maar ik zou er niet naartoe gaan in een sneeuwstorm. En ik denk dat ze nu toch gesloten zijn.”
“Natuurlijk,” mompelde Emily, gefrustreerd en even helemaal de weg kwijt.
Daniel moest gemerkt hebben dat Emily ongelukkig was en zich verloren voelde. “Ik kan een vuur voor je aansteken,” bood hij aan, met een knikje naar de woonkamer. Zijn wenkbrauwen gingen verwachtingsvol omhoog, bijna verlegen, waardoor hij er opeens jongensachtig uitzag.
Emily wilde protesteren, wilde zeggen dat hij haar alleen moest laten in het ijskoude huis, omdat dat wel het minste was wat ze verdiende, maar iets deed haar twijfelen. Maar misschien voelde ze zich met Daniel in huis iets minder alleen, minder afgezonderd van de samenleving. Ze had niet verwacht dat ze geen ontvangst zou hebben en dat ze geen contact met Amy zou kunnen hebben. De realiteit dat ze haar eerste nacht alleen in het koude, donkere huis moest doorbrengen was ontmoedigend.
Daniel leek haar twijfel te begrijpen, want hij liep de kamer uit nog voor ze haar mond open had kunnen doen om iets te zeggen.
Ze volgde hem, in stilte dankbaar dat hij de eenzaamheid in haar ogen had kunnen zien en had voorgesteld om te blijven, al was het onder het mom van een vuur stoken. Ze vond Daniel in de woonkamer, druk bezig met het maken van een nette stapel aanmaakhout, kooltjes en houtblokken in de haard. Ze moest meteen aan haar vader denken, aan hoe hij voor de haard had geknield en vakkundig het vuur had aangestoken. Hij had er veel tijd en aandacht aan besteed, zoals anderen dat deden met een kunstwerk. Ze had hem duizenden vuren zien stoken, en had er altijd van gehouden. Ze vond vuur hypnotisch, en kon er uren op het vloerkleed voor liggen, kijken naar de dans van de oranje en rode vlammetjes, zo lang dat de hitte op haar gezicht ging prikken.
Emotie kroop omhoog in Emily’s keel. Het voelde verstikkend. De gedachte aan haar vader, de herinnering zo helder in haar geest, zorgde dat er lang onderdrukte tranen in haar ogen sprongen. Ze wilde niet huilen waar Daniel bij was, wilde er niet uitzien als een zielige, hulpeloze dame. Dus duwde ze haar emoties weg en liep doelbewust de kamer binnen.
“Ik