© 2018 door Morgan Rice. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de V.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of overgedragen worden, in wat voor vorm dan ook, of worden opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder de voorafgaande toestemming van de auteur.
Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
INHOUD
HOOFDSTUK EEN
Oliver Blue keek om zich heen in de donkere, sombere kamer. Hij zuchtte. Dit nieuwe huis was net zo erg als het laatste. Hij hield zijn koffer stevig in zijn handen geklemd.
“Mam?” zei hij. “Pap?”
Ze draaiden zich beiden naar hem om. Hun gezichten stonden zoals altijd op onweer.
“Wat, Oliver?” zei zijn moeder op bittere toon. “Als je wil zeggen dat je dit huis haat, hou dan je mond. Het is het enige dat we ons kunnen veroorloven.”
Ze leek meer gestrest dan gewoonlijk.
Oliver hield zijn mond. “Laat maar,” mompelde hij.
Hij draaide zich om en ging de trap op. Boven kon hij zijn oudere broer, Chris, al horen rondstampen. Zijn gemene, lompe broer scheurde altijd door elk nieuw huis om de beste slaapkamer te claimen voordat Oliver de kans kreeg.
Met zijn koffer in zijn hand sjokte hij naar boven. Op de overloop trof hij drie deuren aan. Achter de eerste deur zat een badkamer, de volgende leidde naar een grote slaapkamer met een tweepersoonsbed. In de derde kamer lag Chris als een zeester uitgespreid op bed.
“Waar is mijn kamer?” vroeg Oliver hardop.
Alsof ze zijn vraag al verwacht had, schreeuwde zijn moeder naar boven. “Er is maar één kamer. Jullie zullen moeten delen.”
Oliver werd overspoeld door een golf van paniek. Delen? Dat was niet een woord dat in Chris’ woordenboek stond.
Zowaar, Chris zat meteen rechtop. Hij denderde naar Oliver toe en drukte hem tegen de muur. Oliver liet een luid oef horen.
“Wij delen níéts,” siste Chris naar hem. “Ik ben dertien jaar oud, ik deel geen kamer met een BABY!”
“Ik ben geen baby,” stamelde Oliver. “Ik ben elf.”
Chris sneerde: “Precies. Een kleine opdonder. Dus ga maar naar beneden en zeg tegen mam en pap dat je niet wil delen.”
“Vertel het ze zelf maar,” gromde Oliver. “Aangezien jij degene bent die er een probleem mee heeft.”
Chris’ dreigende blik werd steeds intenser. “En mijn reputatie als de favoriete zoon verpesten? Echt niet. Jij doet het.”
Oliver wist wel beter dan Chris verder uitdagen. Zijn broer kon over de kleinste dingen uit zijn slof schieten. Oliver had de pech dat hij het kleine broertje van Chris Blue was en hij had door de jaren heen geleerd om voorzichtig te zijn. Hij wist hoe