Морган Райс

De Magische Fabriek


Скачать книгу

      Werk alsjeblieft! Werk alsjeblieft! dacht hij.

      Het leek net of alles in slow motion gebeurde. Chris doemde voor Oliver op. Oliver trapte met zijn voet op het pedaal. Oliver klampte zich vast aan zijn verlangen om de machine te laten werken en stelde zich voor hoe de soldaat door de lucht vloog, net zoals hij zich had voorgesteld hoe de borden op de grond kletterden. En zowaar, het mechanisme begon te ratelen. De soldaat werd gelanceerd, zeilde in een boog door de lucht en raakte Chris met zijn puntige plastic geweer, recht tussen zijn ogen!

      De tijd versnelde weer tot hij normaal was. Oliver snakte vol ontzag naar adem. Hij kon niet geloven dat het had gewerkt.

      Chris stond daar, beduusd. De soldaat viel op de grond. Er zat een klein rood plekje midden op Chris’ voorhoofd, een deukje van het harde plastic geweer.

      “Jij kleine rat!” riep Chris terwijl hij ongelovig over zijn voorhoofd wreef. “Dat zet ik je betaald!”

      Maar voor het eerst aarzelde hij. Hij leek te achterdochtig om Oliver te benaderen, om hem een stomp te verkopen of zijn knokkels tegen zijn hoofd te wrijven. In plaats daarvan ging hij achteruit alsof hij bang was. Toen stormde hij de kamer uit en ging hij naar boven. Het geluid van zijn dichtslaande deur galmde door het huis.

      Olivers mond viel open. Hij kon niet geloven dat het echt had gewerkt! Hij had niet alleen zijn uitvinding op het laatste moment aan de praat gekregen, hij had letterlijk Chris’ maaltijd met zijn geest op de vloer laten vallen!

      Hij keek naar zijn handen. Had hij een soort van kracht? Bestond er echt zoiets als magie? Hij kon er niet zomaar in geloven vanwege één ervaring. Maar diep vanbinnen wist hij dat hij anders was, dat hij een soort kracht had.

      Met tollende gedachten pakte hij zijn boek en las hij voor de miljoenste keer de passage over Armando Illstrom. Dankzij zijn uitvinding had Oliver Chris voor het eerst weggejaagd. Hij wilde nu niets liever dan Armando Illstrom ontmoeten. En de fabriek was niet zo ver van zijn nieuwe school. Misschien moest hij er morgen na school langs gaan.

      Maar hij zou nu vast al een oude man zijn. Misschien zo oud dat hij al dood was. De gedachte deed Olivers moed in de schoenen zakken. Hij zou het verschrikkelijk vinden als zijn held was gestorven voordat hij de kans had om hem te ontmoeten en te bedanken voor het uitvinden van de booby trap!

      Weer las hij de passage over Armando’s verzameling mislukte uitvindingen. De passage stelde – op een vrij wrange toon, bemerkte Oliver – dat Armando Illstrom op het punt had gestaan een tijdmachine uit te vinden toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Zijn fabriek was stil komen te liggen. Maar toen de oorlog voorbij was had Armando nooit meer geprobeerd om zijn uitvinding af te maken. En iedereen maakte hem belachelijk voor het feit dat hij het überhaupt geprobeerd had. Ze noemden hem de ‘mindere Edison.’ Oliver vroeg zich af waarom Armando gestopt was. Toch zeker niet vanwege een aantal uitvinders die hem uitlachten?

      Zijn interesse was gewekt. Morgen, besloot hij, zou hij de fabriek vinden. En als Armando Illstrom nog leefde zou hij hem persoonlijk vragen wat er met zijn tijdmachine was gebeurd.

      Zijn ouders verschenen uit de keuken, beiden onder het eten.

      “Wij gaan naar bed,” zei mam.

      “En mijn dekens en spullen dan?” vroeg Oliver, die om zich heen keek.

      Pap zuchtte. “Je wil zeker dat ik die uit de auto pak, of niet?”

      “Dat zou wel fijn zijn,” antwoordde Oliver. “Ik wil graag een nachtje goed slapen voor school morgen.”

      Zijn angstgevoelens voor de volgende dag begonnen te groeien, net als de opkomende storm. Hij voelde dat hij de slechtste dag ooit zou hebben. Hij kon op zijn minst zorgen dat hij goed uitgerust was. Hij had zo veel afschuwelijke eerste dagen op nieuwe scholen gehad dat hij zeker wist dat morgen niet anders zou zijn.

      Pap sjokte met tegenzin het huis uit en de wind gierde toen hij de voordeur opendeed. Een paar seconden later kwam hij terug met een kussen en een deken voor Oliver.

      “Over een paar dagen regelen we een bed,” zei hij terwijl hij het beddengoed aan Oliver overhandigde. Het voelde koud omdat het de hele dag in de auto had gelegen.

      “Bedankt,” antwoordde Oliver, dankbaar voor zelfs dit minimale comfort.

      Zijn ouders verlieten de kamer, draaiden het licht uit en Oliver bleef achter in de duisternis. Nu was het enige licht in de kamer afkomstig van de straatlantaarn buiten.

      De wind begon weer te razen en de luiken kletterden. Oliver voelde dat de storm verergerde, dat er iets vreemds in de lucht hing. Hij had op de radio gehoord dat er een ongekende storm aankwam. Hij kon het niet helpen dat hij er opgewonden over was. De meeste leerlingen zouden ertegenop zien, maar hij zag alleen op tegen de eerste dag op zijn nieuwe school.

      Hij liep naar het raam en leunde met zijn ellebogen op de vensterbank, zoals eerder die avond. De lucht was bijna helemaal donker. Een spichtige boom waaide in de wind en helde scherp naar één kant. Oliver vroeg zich af of hij zou breken. Hij kon het zo voor zich zien hoe de dunne stam brak en de boom zou worden meegevoerd door de hevige wind.

      En op dat moment zag hij ze. Op het moment dat hij weggleed in zijn droomstaat, zag hij twee mensen bij de boom staan. Een vrouw en een man die merkwaardig veel op hem leken, alsof ze zijn ouders hadden kunnen zijn. Ze hadden vriendelijke gezichten en ze glimlachten naar hem terwijl ze elkaars hand vasthielden.

      Oliver deinsde geschrokken achteruit, weg van het raam. Voor het eerst besefte hij dat zijn ouders helemaal niet op hem leken. Ze hadden allebei donker haar en blauwe ogen. Chris ook. Oliver daarentegen, had blond haar en bruine ogen.

      Ineens vroeg Oliver zich af of zijn ouders misschien helemaal niet zijn ouders waren. Misschien was dat waarom ze hem zo erg leken te haten? Hij keek uit het raam, maar de twee mensen waren nu verdwenen. Slechts verzinsels van zijn verbeelding. Maar ze hadden er zo echt uit gezien. En zo bekend.

      IJdele hoop, concludeerde Oliver.

      Oliver ging met zijn rug tegen de koude muur zitten, kroop weg in de alkoof die zijn nieuwe slaapkamer was en sloeg de dekens over zich heen. Hij trok zijn knieën op naar zijn borst en drukte ze stevig tegen zich aan, geraakt door een plotseling, vreemd gevoel, een moment van besef, van helderheid – dat alles op het punt stond te veranderen.

      HOOFDSTUK TWEE

      Oliver ontwaakte met een gevoel van ongerustheid. Zijn hele lichaam deed pijn van het slapen op de harde vloer. De dekens waren niet dik genoeg geweest om te voorkomen dat de kou in zijn botten trok. Hij was verrast dat hij überhaupt had geslapen, gezien hoe zenuwachtig hij was voor zijn eerste schooldag.

      Het was stil in huis. Er was nog niemand wakker. Oliver besefte dat hij eerder wakker was geworden vanwege de doffe zonsopgang die door het raam sijpelde.

      Hij ging rechtop zitten en tuurde uit het raam. De wind had vannacht heel wat schade aangericht. Hekken en brievenbussen waren omvergeblazen en de straten waren bezaaid met afval. Oliver keek naar de spichtige, kromme boom waar hij gisteravond een visioen van het vriendelijke stel had gezien, degenen die op hem hadden geleken en hem zich hadden doen afvragen of hij misschien helemaal geen familie was van de Blues. Hij schudde zijn hoofd. Dat was gewoon zijn ijdele hoop, redeneerde hij. Iedereen die Chris Blue als broer had zou ervan dromen dat ze geen familie waren!

      Wetend dat hij nog wat tijd had voor zijn familie zou ontwaken, knielde Oliver bij zijn koffer. Hij deed hem open en keek naar alle radartjes en draden en hendels en knoppen die hij voor zijn uitvindingen had verzameld. Hij glimlachte toen hij naar de katapult booby trap keek die hij gisteren tegen Chris had gebruikt. Maar dat was slechts één van Olivers vele uitvindingen en bij lange na niet de belangrijkste. Olivers ultieme uitvinding was ingewikkelder en veel belangrijker – want Oliver probeerde een manier te vinden om zichzelf onzichtbaar te maken.

      Theoretisch was het mogelijk. Hij had er alles over gelezen. Er waren in feite slechts twee noodzakelijke componenten om een object onzichtbaar te maken. De eerste was het buigen van licht rondom het object zodat het geen