Морган Райс

De Magische Fabriek


Скачать книгу

de lucht vloog. Was dat het enige dat er nodig was? Zijn verbeelding?

      Hij probeerde het nu weer en stelde zich voor hoe hij zichzelf van Chris bevrijdde. Maar het was zinloos. Nu Chris’ nieuwe vrienden allemaal lachend toekeken, was hij te erg afgeleid door de realiteit van zijn vernedering om zichzelf op zijn verbeelding te kunnen concentreren.

      Eindelijk liet Chris hem los. Oliver wankelde naar achteren en wreef over zijn pijnlijke hoofd. Hij streek zijn statische en pluizig geworden haar glad. Maar de vernedering van Chris’ pesterijen was niet het ergste. Oliver voelde een steek van teleurstelling omdat hij zijn krachten niet had kunnen oproepen. Misschien was het hele keukentafel-incident gewoon toeval geweest. Misschien had hij helemaal geen speciale krachten.

      Het meisje dat naast Chris stond sprak. “Ik kan niet wachten om je beter te leren kennen, Oliver.” Ze zei het op een dreigende toon die duidelijk het tegenovergestelde betekende.

      Hij had zich zorgen gemaakt over pestkoppen. Natuurlijk had hij kunnen weten dat zijn broer de ergste pestkop van allemaal zou zijn.

      Oliver duwde zichzelf langs Chris en zijn nieuwe vrienden en liep naar de lunchrij. Met een sombere zucht greep hij een sandwich met kaas uit de koeling en ging verdrietig naar het toilet. Het toilethokje was de enige plek waar hij zich veilig voelde.

      *

      Olivers volgende les na de lunch was natuurkunde. Hij liep door de gangen, op zoek naar het juiste lokaal. Zijn maag keerde zich alweer om bij de zekerheid dat deze les net zo erg zou worden als de eerste twee lessen.

      Toen hij het lokaal had gevonden klopte hij tegen het raam. De lerares was jonger dan hij verwacht had. Natuurkundeleraren waren, zo was zijn ervaring, meestal oud en een beetje raar, maar juffrouw Belfry leek helemaal normaal. Ze had lang, steil haar, bijna dezelfde kleur bruin als haar katoenen jurk en vest. Ze draaide zich om toen ze hem hoorde kloppen en glimlachte, waardoor er kuiltjes in haar wangen vielen. Ze wenkte hem naar binnen. Voorzichtig deed hij de deur open.

      “Hallo,” zei juffrouw Belfry glimlachend. “Ben jij Oliver?”

      Oliver knikte. Hoewel hij de eerste leerling in het lokaal was, voelde hij zich ineens heel verlegen. Deze docent leek hem in elk geval te verwachten. Dat was een opluchting.

      “Wat fijn om je te ontmoeten,” zei juffrouw Belfry, die haar hand naar hem uitstak.

      Het was allemaal erg formeel en helemaal niet wat Oliver had verwacht, gezien wat hij tot dusver op Campbell Junior High had meegemaakt. Toch schudde hij haar de hand. Ze had een warme huid en haar vriendelijke, respectvolle houding stelde hem wat op zijn gemak.

      “Heb je de kans gekregen om de stof door te lezen?” vroeg juffrouw Belfry.

      Olivers ogen werden groot en hij voelde een steek van paniek in zijn borst. “Ik wist niet dat ik iets moest lezen.”

      “Dat geeft niet,” zei juffrouw Belfry geruststellend, met die vriendelijke glimlach. “Maak je geen zorgen. We leren dit semester over wetenschappers en een aantal belangrijke historische figuren.” Ze wees naar een zwart-witportret aan de muur. “Dat is Charles Babbage, hij was de uitvinder van de…”

      “…rekenmachine,” maakte Oliver haar zin af.

      Juffrouw Belfry straalde en klapte in haar handen. “Dat wist je al?”

      Oliver knikte. “Ja. En hij wordt ook vaak aangewezen als de vader van de computer, omdat het zijn ontwerpen waren die tot de uitvinding ervan leidden.” Hij keek naar het volgende portret aan de muur. “En dat is James Watt,” zei hij. “De uitvinder van de stoommachine.”

      Juffrouw Belfry knikte. Ze leek dolblij. “Oliver, ik weet nu al dat jij en ik het heel goed met elkaar zullen gaan vinden.”

      Op dat moment ging de deur open en stroomden Olivers klasgenoten naar binnen. Hij slikte en voelde zijn angst weer terugkeren.

      “Waarom ga je niet zitten?” stelde juffrouw Belfry voor.

      Hij knikte en haastte zich naar een plekje bij het raam. Als het hem allemaal teveel werd, kon hij in elk geval naar buiten kijken en zich inbeelden dat hij ergens anders was. Vanaf hier had hij een geweldig uitzicht over de buurt. Hij zag het afval en de herfstblaadjes door de wind meegevoerd worden. De wolken leken zelfs nog donkerder dan ze die ochtend hadden geleken. Dat hielp niet bepaald om Olivers onheilspellende voorgevoel weg te nemen.

      De andere leerlingen in de klas waren erg luidruchtig en druk. Het duurde even voordat juffrouw Belfry ze rustig had gekregen en ze met haar les kon beginnen.

      “Vandaag gaan we verder waar we vorige week waren gebleven,” zei ze. Oliver merkte dat ze haar stem moest verheffen om boven het lawaai uit te komen. “Bij een aantal geweldige uitvinders uit de periode van de Tweede Wereldoorlog. Ik vraag me af of iemand weet wie dit is?”

      Ze liet een zwart-witfoto zien van een vrouw over wie Oliver in zijn uitvindersboek had gelezen. Katharine Blodgett, die verantwoordelijk was voor het uitvinden van het gasmasker, het rookscherm en het niet-reflecterende glas dat in de oorlog werd gebruikt voor periscopen van onderzeeërs. Na Armando Illstrom was Katharine Blodgett een van Olivers favoriete uitvinders, want hij vond alle technologische ontwikkelingen die ze in de Tweede Wereldoorlog had geboekt fascinerend.

      Op dat moment merkte hij dat juffrouw Belfry hem verwachtingsvol aankeek. Ze kon waarschijnlijk aan zijn gezicht zien dat hij precies wist wie er op de foto stond. Maar na zijn ervaringen vandaag was hij bang om iets hardop te zeggen. Zijn klasgenoten zouden er uiteindelijk wel achter komen dat hij een nerd was; Oliver wilde dat proces niet versnellen.

      Maar juffrouw Belfry knikte bemoedigend naar hem. Tegen beter weten in beantwoordde Oliver haar vraag.

      “Dat is Katharine Blodgett,” zei hij.

      Er verscheen een glimlach op juffrouw Belfry’s gezicht, die haar lieve kuiltjes met zich meenam. “Dat is correct, Oliver. Kun jij aan de rest vertellen wie zij is? Wat ze heeft uitgevonden?”

      Oliver hoorde gegrinnik achter zich. De leerlingen hadden al besloten dat hij een nerd was.

      “Ze was een uitvinder tijdens de Tweede Wereldoorlog,” zei hij. “Ze heeft veel nuttige en belangrijke uitvindingen voor de oorlog gedaan, zoals periscopen voor onderzeeërs. En gasmaskers, die veel mensen het leven hebben gered.”

      Juffrouw Belfry keek Oliver stralend aan.

      “FREAK!” riep iemand achterin de klas.

      “Nee, dank je, Paul,” zei juffrouw Belfry streng tegen de jongen die het had geroepen. Ze draaide zich om naar het bord en begon over Katharine Blodgett te schrijven.

      Oliver glimlachte bij zichzelf. Na de bibliothecaris die hem het uitvindersboek had gegeven, was juffrouw Belfry de aardigste volwassene die hij ooit had ontmoet. Haar enthousiasme was als een kogelwerend vest dat Oliver om zijn schouders kon wikkelen, dat de wrede woorden van zijn klasgenoten tegenhield. Hij verdiepte zich in de les. Hij had zich al dagen niet zo op zijn gemak gevoeld.

      *

      De bel die het einde van de les aanduidde ging sneller dan verwacht. Iedereen haastte zich rennend en schreeuwend het lokaal uit. Oliver pakte rustig zijn spullen bij elkaar en liep toen naar de deur.

      “Oliver, ik ben erg onder de indruk van je kennis,” zei juffrouw Belfry toen ze hem in de gang tegenkwam. “Waar heb je over deze mensen geleerd?”

      “Ik heb een boek,” legde hij uit. “Ik ben dol op uitvinders. Ik wil ook uitvinder worden.”

      “Maak je zelf ook uitvindingen?” vroeg ze enthousiast.

      Hij knikte, maar hij vertelde haar niet over de onzichtbaarheidsjas. Wat als ze het stom vond? Hij zou het niet kunnen verdragen als hij iets van spot in haar ogen zag.

      “Dat vind ik fantastisch, Oliver,” knikte ze. “Het is heel belangrijk om dromen te hebben die je kunt najagen. Wie is je favoriete uitvinder?”

      Oliver herinnerde zich het gezicht van Armando Illstrom