Een goed inkomen, een heerlijk leven en het huis van mijn dromen. Letterlijk, hè! Ik heb het ontworpen naar een droom die ik altijd had. Ook al heeft de architect goddank mijn wildste ideeën naast zich neergelegd. Anders zou het waarschijnlijk al in zee gedonderd zijn.’
Cassie lachte.
‘Maar het is pootaan, schat ik, jouw bedrijf.’
‘Oh, absoluut’, antwoordde Ryan terwijl hij over zee staarde. ‘Als bedrijfseigenaar breng je voortdurend offers. Je maakt lange dagen. Ik heb zelden een vrij weekend. Omdat jij zou komen, heb ik vandaag een voorman gevraagd mijn zaken waar te nemen. Ik denk dat…’
Hij richtte opeens een ernstige blik op haar.
‘Ik denk dat daarom mijn huwelijk op de klippen gelopen is.’
Ze voelde haar hart in de keel, vol verwachting. Dat hij haar in vertrouwen nam, zeg. Nu al. Ze knikte bemoedigend, in de hoop dat hij zou doorgaan. Wat hij na een stilte inderdaad deed.
‘Toen de kinderen klein waren, was het gemakkelijker voor Trish, mijn vrouw, om te aanvaarden dat mijn werk voor mij op de eerste plaats kwam. Maar toen ze haar niet meer vierentwintig uur per dag nodig hadden, wilde ze kennelijk… Wel, dat ik hun plaats zou gaan innemen, denk ik. Ze begon onredelijke eisen te stellen als het ging om emotionele steun, tijd, aandacht. Ik werd er gek van, en het leidde tot conflicten. Ze was een onafhankelijke vrouw geweest. Dat vond ik aanvankelijk ook het aantrekkelijke, maar… mensen kunnen veranderen. En ik denk dat dat met haar gebeurd is.’
‘Dat klinkt heel triest’, zei Cassie.
Haar glas was bijna leeg en Ryan vulde het bij, voor hij zichzelf bijschonk.
‘Het was verschrikkelijk. Ik kan niet eens goed uitleggen hoe chaotisch het was. Als je van iemand houdt, geef je niet zo snel op en als de liefde opeens weg is, doe je er alles aan om haar terug te vinden. Je hoopt, je bidt, je smeekt, dat je terug mag krijgen wat je zo hoogachtte. Ik heb het geprobeerd, Cassie. Echt. Met alles wat ik in me had. En toen ik eindelijk inzag dat het niets uithaalde, voelde dat als een persoonlijke nederlaag.’
Cassie voelde zich naar hem toe neigen.
‘Wat beangstigend dat zoiets kan gebeuren.’
‘Je koos het juiste woord. Heel erg beangstigend. Het gaf me het gevoel dat ik tekortschoot. Ik voelde me zo machteloos. Ik denk niet lichtvaardig over het huwelijk, weet je. Voor mij is het voor eeuwig. Toen Trish ervandoor was, moest ik mezelf als het ware herijken. Wie was ik?’
Cassie sloot een moment haar ogen. Ze kon de zielenpijn horen in zijn stem. Het was nog vers allemaal, een open wond. Het getuigde van heldenmoed, vond ze, om het te verstoppen achter een luchtige façade en veel grappenmakerij. Ze stond op het punt om Ryan te vertellen hoezeer ze hem bewonderde om de koersvastheid die hij toonde bij zoveel tegenwind. Maar op het nippertje weerhield ze zich daarvan, in het besef dat zoiets geen pas gaf. Ze kende hem amper. Wat of wie gaf haar het recht met zo’n beoordeling over haar werkgever op de proppen te komen na slechts een paar uurtjes in zijn gezelschap? Waar zat haar verstand? Had ze dat nog? Cassie vond dat de wijn haar naar het hoofd gestegen was. Ze moest op haar woorden letten. Alleen omdat hij knap, intelligent en aardig was, hoefde ze zich nog niet als een verliefde bakvis te gedragen. Ze zou zichzelf alleen maar voor schut zetten. Of erger.
‘Ik denk dat ik je zo langzamerhand je rust moet gunnen’, zei Ryan en zette zijn glas neer. ‘Je zult wel geradbraakt zijn na de lange rit vandaag en de ontmoeting met mijn herrieschoppers. Bedankt voor je gezelschap. Het betekent veel voor me dat ik met je over die dingen kan praten.’
‘Het is een genoeglijke wijze om de dag uit te luiden,’ gaf ze toe, ‘en je komt zo tot rust.’
Ze was totaal niet tot rust gekomen. Ze was opgewonden, door de intimiteit van hun gesprek. Toen ze naar binnen gingen, bleef ze maar nadenken over wat hij met haar gedeeld had. Terug op haar kamer scande ze snel de sms’jes, dankbaar dat dit huis online was. In haar vorige betrekking had ze niet eens telefoonsignaal gehad, totaal afgesneden van de buitenwereld. Nadien had ze pas beseft hoe eng dat eigenlijk was, voor als de nood aan de man kwam. Cassie zag dat er niet veel bijzonders bij zat, wat dingetjes van vrienden in de VS.
Toen zag ze een bericht dat eerder op de avond binnengekomen was, van een onbekend mobiel nummer hier in Engeland. Alleen dat al deed bij haar een paar alarmbellen rinkelen. En, toen ze het bericht opende, was het alsof een klamme hand zich rond haar maag sloot.
‘Wees voorzichtig’, luidde de boodschap.
HOOFDSTUK VIJF
Ze had verwacht heerlijk te slapen in haar knusse kamer, met als enige rumoer de branding buiten. Dat zou ook vast en zeker gebeurd zijn, wist ze, als ze niet dat verontrustende berichtje gekregen had, verzonden vanaf een onbekend nummer toen ze samen met Ryan op de veranda zat. Bij de eerste schrik had ze gedacht dat het iets te maken kon hebben met de moordzaak tegen haar ex-werkgever; dat ze haar van iets beschuldigden of zo, en dat ze gezocht werd. Cassie had gekeken of ze het laatste nieuws kon vinden. Maar tot haar spijt had Ryan de wifi al uitgezet. Ze had gewoeld en gedraaid. Ze had gemaald over wat het betekende en wie het gestuurd had. Ze had geprobeerd zichzelf wijs te maken dat het niet voor haar bedoeld was.
Na een rusteloze nacht slaagde ze er eindelijk in om in een onrustige slaap weg te dommelen, tot haar weksignaal klonk. Ze tastte naar haar mobieltje en zag dat de wifi het weer deed. Nog voor ze opstond, las ze het nieuws over de rechtszaak. Er was uitstel gevraagd. De zaak zou pas over twee weken hervat worden. Ze las, dat het uitstel verleend was omdat de verdediging meer tijd nodig had om in contact te komen met aanvullende getuigen. Ze voelde zich ziek worden van angst. Ze keek naar de rare boodschap van gisterenavond en vroeg zich af of ze zou antwoorden, om te vragen wat het te betekenen had. In de loop van de nacht moest de afzender haar nummer evenwel geblokkeerd hebben, want ze slaagde er niet in een sms terug te sturen. Uiteindelijk probeerde ze het nummer te bellen. Ze werd meteen afgebroken; haar oproepen waren eveneens geblokkeerd.
Cassie zuchtte ontmoedigd. Alle communicatie verbreken deed eerder aan pesterij denken, dan aan een oprechte waarschuwing. Ze hield het er maar op dat het om een verkeerd nummer ging, dat de afzender van de boodschap dat ook ontdekt had en dat ze daarom geblokkeerd was.
Niet echt gerustgesteld stond ze op om de kinderen te gaan wekken. Dylan was al op. Cassie nam aan dat hij was fietsen. Erop vertrouwend dat het geen inbreuk op zijn privacy was, ging ze zijn kamer binnen, maakte zijn bed op en raapte de verspreid liggende kleren bijeen. Zijn kast stond barstensvol met de meest uiteenlopende boeken, verscheidene over fietsen. Twee goudvissen zwommen in een aquarium bovenop de boekenkast en op de tafel bij het raam stond een konijnenhok. Een grijs konijn verorberde een slablaadje en ze bleef er een poosje geamuseerd naar staan kijken. Vervolgens klopte ze op Madisons deur.
‘Geef me tien minuten’, klonk een slaperige meisjesstem.
Cassie ging naar de keuken om het ontbijt voor te bereiden. Ze vond een paar bankbiljetten op tafel met een handgeschreven briefje.
‘Ik ben aan het werk. Neem de kinderen mee uit en vermaak je wat! Vanavond terug.’
Cassie laadde de broodrooster en zette water op. Terwijl ze bezig was met koffiezetten, kwam Madison binnenlopen in een roze ochtendjas en ze geeuwde luid.
‘Goeiemorgen’, begroette Cassie haar.
‘Mogge. Ik ben blij dat jij er bent. De anderen in dit huis zijn van die ochtendmensen.’
‘Wil je koffie? Thee? Sinaasappelsap?’
‘Thee, alsjeblieft.’
‘Toast?’
Madison schudde haar hoofd.
‘Ik heb nog geen honger, dank je.’
‘Wat zou je vandaag willen doen? Jullie vader heeft aanbevolen dat we uitgaan’, zei Cassie.
Ze schonk Madison thee in, met op dier verzoek een wolkje melk en geen suiker.
‘Laten we het dorp in gaan’, zei Madison. ‘Daar is van alles te doen in het weekend.’
‘Strak plan. Enig idee wanneer Dylan terugkomt?’
‘Hij