stampte driftig met den voet op den grond en zette daarna stilzwijgend zijne wandeling voort.
»Hij is nog een nieuweling,” dachten de rechters, die zijne groote gejaagdheid opmerkten, »anders zou hij zich de dwaze poging om een aangeklaagde schoon te wasschen niet zoo aantrekken, en zich door zoo iets niet uit zijn humeur laten brengen.”
Het verschijnen van Paula maakte eindelijk aan dat op- en neerloopen van Orion een einde. Hij ontving haar met eene afgemetene buiging en verzocht haar plaats te nemen. Vervolgens noodigde hij Nilus uit haar mede te deelen wat uit het onderzoek en de behandeling van de zaak tot hiertoe was gebleken, en te vragen wat haar naar zijne meening en die der overige rechters had kunnen bewegen den gestolen smaragd voor den hare te verklaren. Hij zou het zooveel mogelijk aan anderen overlaten haar te verhooren, want zij wist maar al te goed in welke verhouding zij tot elkander stonden. Voor dat hij de rechtzaal binnenkwam, had zij hare verklaring van den diefstal door Perpetua aan den rentmeester Nilus laten mededeelen; hij – en hier verhief hij zijne stem – zou het passender gevonden hebben, en meer overeenkomstig de verwantschap die er tusschen hen bestond, wanneer zij hemzelven, Orion, had toevertrouwd, wat zij dacht ten gunste van den vrijgelatene te doen; dan zou het hem mogelijk zijn geweest haar te waarschuwen. Dit wegcijferen van zijn persoon bij hare handelingen moest hij beschouwen als een nieuw bewijs van haar afkeer, en de gevolgen ervan zou zij aan zichzelve te wijten hebben; want nu moest het rechtsgeding onverbiddelijk zijn loop hebben.
De toornige gloed zijner oogen verried haar wat zij van hem te wachten, en dat hij den kamp met haar aangenomen had. Zij hield zich overtuigd, volgens zijne opvatting de kort te voren gegeven belofte verbroken te hebben; doch zij had Perpetua geenszins opgedragen zich in deze aangelegenheid te mengen, zij had de voedster integendeel verzocht haar in het uiterste geval zelve de bewijzen te laten aanvoeren. Orion moest in den waan verkeeren, dat hem harerzijds een onrecht was aangedaan; maar zou hij daarom zichzelven zooverre kunnen vergeten, dat hij zijne bedreiging uitvoerde en een onschuldige, om alle verdenking van zich af te wenden, te gronde richtte, waarbij hij haar als valsche getuige zou brandmerken? Ja, ook voor dit uiterste schrikte hij niet terug! Zijn vlammend oog, zijne heftige gebaren, het geweldig hijgen van zijne borst, dit alles sprak het duidelijk genoeg uit. De strijd moest dus worden aanvaard. Liever ware zij op dit oogenblik gestorven, dan dat zij het zou hebben willen wagen hem door een woord van verontschuldiging zachter te stemmen. Zij voelde hoe zijn gemoed kookte, en zou zich aan zijne voeten hebben willen nederwerpen, om hem te smeeken toch tot bedaren te komen, ten einde zich te hoeden voor eene nieuwe misdaad; doch zij bewaarde hare trotsche waardigheid, en de blik waarmede zij den zijnen beantwoordde was niet minder toornig en uitdagend dan die van hem. Als twee jonge adelaars, die strijdlustig de veeren opsteken, de vleugels verder uitspreiden en de halzen rekken, stonden zij daar tegenover elkander, zij zeker van hare overwinning, in het bewustzijn van de rechtvaardigheid harer zaak, doch meer beangst voor hem dan voor zichzelven, hij bijna blind voor het eigen gevaar, maar als een gladiator, die in de arena tegenover zijn doodvijand staat, meer bedacht om dezen te vellen, dan om eigen lijf en leven te beschermen.
Terwijl de rentmeester haar mededeelde wat zij ten deele reeds wist, en daarop de verdenking herhaalde, dat zij zich had laten verleiden tot het geven van een valsch getuigenis om haar dienaar, die misschien uit liefde voor zijn verdwenen meester de inbraak had gewaagd, het leven te redden, zag zij meer naar Orion dan naar den redenaar. Deze laatste wees ten slotte op de kist, die tegelijk met Paula uit hare kamer in de zaal was gebracht, en gaf haar te kennen, dat de gezamenlijke rechters bereid waren alles aan te hooren en te onderzoeken, wat zij tot hare verdediging in het midden zou brengen.
Orions gejaagdheid bereikte thans haar toppunt. Hij voelde dat hij doodsbleek werd en kon niet meer geregeld denken. De rechters, de aangeklaagde, zijne vijandin, alles wat binnen de wanden van de groote rechtzaal besloten was, lag daar voor hem als in grauwe kronkelende nevels gehuld. Al wat hij zag scheen hem als met helder smaragdgroen gekleurd. Het haar, de aangezichten, de gestalten der aanwezigen, alles schemerde en glinsterde in dien groenachtigen glans. Toen Paula echter trotsch en met vasten tred naar de kist toeliep, een kleinen sleutel uit haar gewaad haalde, dezen aan een beambte overhandigde en daarna als eenig antwoord op de mededeeling van Nilus, ja, als ware dit reeds te veel van haar gevergd, met koele hoogheid zeide: »Open de kist!,” toen zag hij weder dat glanzig bruine haar, den vurigen gloed harer blauwe oogen, de afwisselende bleekheid en blos harer wangen, het heldere gewaad, dat hare heerlijke gestalte in fraaie plooien omsloot, en haar zegepralenden glimlach. Hoe schoon, hoe begeerlijk was deze vrouw! Weldra zou zij onderliggen in den strijd met hem, maar deze overwinning zou hem te staan komen op het verlies van haar, en met haar van alles wat er reins en goeds zijner voorvaderen waardig in hem was. Eene stem in zijn binnenste riep het hem toe, maar hij bracht haar tot zwijgen met de voorwaartskreet van den agitator. Ja, vooruit tot het doel bereikt was, altijd voort over puin en steenen, door bloed en stof, tot zij den trotschen nek buigt, tot zij overwonnen en gebroken om genade smeekt.
Daar sprong het deksel van de kist open. Paula bukte zich, ze haalde de halsketen te voorschijn en vertoonde die aan de rechters, zij hield de beide einden ver uit elkander, en… Wat was dat voor een akelige, hartverscheurende kreet van vertwijfeling! Zelfs Orion zou gewenscht hebben zoo iets nooit meer te hooren. – Daar wierp zij het halssieraad voor de rechters op tafel en met den uitroep: »Schandelijk, laaghartig!” trad zij terug en greep zich aan de trouwe Betta vast; want hare knieën begonnen te knikken en zij gevoelde dat zij op het punt stond in elkaar te zijgen. Orion vloog naar haar toe om haar te ondersteunen, maar zij stootte hem terug, en daarbij trof hem een blik zoo vol smart, toorn en verachting, dat hij roerloos voor haar bleef staan en de hand op zijn hart drukte. – En deze laaghartige daad, die twee menschenkinderen zoo diep zou grieven, had hij met een glimlach begonnen! Deze vertooning, die een doodsoordeel bevatte, tot welk een ontzettend einde kon zij leiden?
Paula was intusschen zonder verder eenig geluid te geven op een zetel neergezonken, en ook hij zag zwijgend voor zich tot in de rij der aanwezige rechters een luid gelach opging en de oude Psamtik, de bevelhebber van de hoofdwacht, die sedert geruimen tijd in de rechtbank zitting had, uitriep: »Bij mijn ziel een kostelijke steen! Dat is de heidensche liefdegod Eros, dien zijn gevleugeld schatje Psyche in het aangezicht ziet. Hebt gij dien mooien roman van Apulejus niet gelezen, ‘de gouden ezel’ geheeten? Dit stukje komt daarin voor. Heilige Lukas, wat is dat fijn gesneden! De edele jonkvrouw heeft zeker den verkeerden halsketen gegrepen. He, Gamaliël, waar moet aan dat ding” – en hij wees hierbij op den gesneden steen – »dat groene duivenei gezeten hebben?”
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.