fles met water. “Ik weet dat jullie dit al eerder hebben gedaan, maar we doen alsof het de eerste keer is zodat we geen fouten maken. De mannen achter mij gaan jullie pakken controleren, daarna helpen ze jullie om de pakken aan te doen. Dit zijn hazmat-pakken van Niveau A, bestaande uit solide vinyl. Jullie zullen het onvermijdelijk heet krijgen en gaan zweten. Dus voordat we beginnen, moeten jullie deze flessen met water opdrinken. Jullie zullen er straks dankbaar voor zijn.”
“Is iemand voor ons daar beneden geweest?” vroeg Luke.
“Twee bewakers gingen naar beneden toen het lek in de beveiliging ontdekt werd. De verlichting is kapot. Swann heeft geprobeerd het te repareren, maar zonder succes. Dus het is daar beneden pikdonker. De bewakers hadden zaklampen maar toen ze merkten dat de kluis open was en ze de lege containers en vaten op de grond zagen liggen, verlieten ze zo snel mogelijk de plek.”
“Zijn ze blootgesteld?”
Newsam glimlachte. “Een klein beetje. Mijn dochters zouden ze een paar dagen als nachtlampjes kunnen gebruiken. Ze hadden geen pakken aan, maar ze waren daar maar kort. Jullie zijn langer beneden.”
“Kunnen jullie zien wat wij zien?”
“Jullie maskers zijn voorzien van een camera en LED-lampen. Ik zie wat jullie zien en alles wordt opgenomen.”
Het duurde twintig minuten om aan te kleden. Luke was gefrustreerd. Het was moeilijk om zich te bewegen in zo’n pak. Hij was van top tot teen in het vinyl gekleed en het begon al heet te worden. Zijn masker bleef telkens beslaan waardoor hij minder goed kon zien. Het leek alsof de tijd aan hen voorbijvloog. De dieven hadden een enorme voorsprong.
Hij stond samen met Don in de goederenlift die langzaam knarsend afdaalde. Don droeg de Geigerteller. Het leek op een kleine accu met een handvat.
“Kunnen jullie me goed horen?” vroeg Newsam. Het leek wel alsof hij in Luke’s hoofd zat. De maskers hadden ingebouwde luidsprekers en microfoons.
“Ja,” zei Luke.
“Ik hoor je,” zei Don.
“Goed. Ik hoor jullie allebei duidelijk. We zitten op een gesloten frequentie. De enigen die op deze frequentie zitten zijn jullie, ikzelf en Swann vanuit de controlekamer. Swann heeft toegang tot een digitale kaart van het gebouw en jullie pakken zijn uitgerust met een volgsysteem. Swann kan jullie op zijn kaart zien en hij begeleidt jullie van de lift naar de kluis. Ben je daar, Swann?”
“Ik ben er,” zei Swann.
De lift stopte abrupt.
“Wanneer de deuren opengaan, linksaf.”
De twee mannen liepen onhandig door een brede gang, begeleid door Swanns stem. Het licht van de lampen op hun helmen speelde in het donker en wierp schaduwen op de muren. Het herinnerde Luke aan duiken op scheepswrakken wat hij vroeger wel gedaan had.
Binnen een paar seconden begon de Geigerteller te tikken met een pauze, net als een langzame hartslag.
“We hebben straling,” zei Don.
“Ik zie het. Maak je geen zorgen. Het is niet erg. Het is een heel gevoelig apparaat dat je daar in je handen hebt.”
De tikken werden steeds sneller en luider.
Swanns stem gaf aan: “Over ongeveer een meter, sla rechts af een gang in en blijf deze gang ongeveer tien meter volgen. Het komt uiteindelijk uit in een grote vierkante ruimte. De opslagruimte is aan de andere kant daarvan.”
Toen ze rechts af sloegen, begon de Geigerteller luid en snel te tikken. De tikken klonken als een stortvloed. Het was moeilijk om de ene van de andere tik te onderscheiden.
“Newsam?”
“Doorlopen, heren. Laten we dit binnen vijf minuten of minder doen.”
Ze liepen de ruimte in. Het was een rotzooi. Op de vloer lagen overal containers, dozen en grote metalen vaten, omgegooid en zo achtergelaten. Sommigen waren open. Luke richtte zijn lamp op de kluis aan de andere kant van de ruimte. De zware deur was open.
“Zie je dat? vroeg Luke. “Het lijkt wel of Godzilla hier op bezoek geweest is.”
Newsams stem begon weer. “Don! Don! Richt je lamp en je camera op de grond, ongeveer anderhalve meter vooruit. Daar ja. Nog een halve meter. Wat is dat op de grond?”
Luke draaide zich om naar Don en scheen met zijn lamp naar dezelfde plek. Ongeveer drie meter voor hem, tussen de puinhoop, lag een hoop vodden uitgespreid.
“Het is een lichaam,” zei Don. “Shit.”
Luke liep ernaartoe en richtte zijn lamp op het lichaam. De persoon was groot en droeg wat leek op een bewakersuniform. Luke knielde naast het lichaam. Er was een donkere vlek op de grond, net als een motorolievlek onder een auto. Het hoofd lag opzij, richting Luke. Alles boven de ogen was verdwenen. Zijn voorhoofd opgeblazen, alleen nog een krater achterlatend. Luke reikte naar de achterkant van het hoofd, voelend naar een kleiner gat. Zelfs met zijn dikke handschoenen aan vond hij het gat.
“Wat heb je gevonden, Luke?”
“Een grote man, 18 tot 30 jaar oud. Van Arabische, Perzische of mogelijk Mediterrane afkomst. Er is veel bloed. Hij heeft in- en uitgangswonden die passen bij een kogelschot in het achterhoofd. Het lijkt op een executie. Zou mogelijk een andere bewaker kunnen zijn of het is een van de daders die ruzie kreeg met zijn collega’s.”
“Luke,” zei Newsam. “Aan je riem hangt een kleine digitale vingerafdrukscanner. Als je die kunt pakken, kun je een vingerafdruk van die kerel maken.”
“Ik denk niet dat dat gaat,” zei Luke.
“Kom op, man. De handschoenen zijn lastig, maar ik weet waar de scanner zit en ik kan je ernaartoe leiden.”
Luke richtte zijn camera op de rechterhand van de man. Elke vinger was een ruw bloederig stompje, boven de eerste knokkel eraf gehakt. Hij keek naar de andere hand. Die was hetzelfde.
“Ze hebben de vingerafdrukken met zich meegenomen,” zei hij.
Hoofdstuk 5
Luke en Don, weer gekleed in gewone kleding, liepen snel door de gang van het ziekenhuis samen met de goed geklede man in driedelig pak van de antiterreureenheid van de NYPD. Luke had niet eens meegekregen hoe de man heette. Hij noemde hem Driedelig en Luke zou hem nu orders geven. Er moest actie ondernomen worden en daarvoor hadden ze de hulp van de gemeente nodig.
Luke nam de leiding, zoals hij bijna altijd deed. Hij wierp een blik op Don, waarop Don knikte en hem daarmee zijn goedkeuring gaf. Daarom had Don Luke aan boord gebracht: om de leiding te nemen. Don zei altijd dat Luke een geboren leider was.
“Ik wil Geigertellers op elke verdieping,” zei Luke. “Verstopt voor het publiek. Er was geen straling totdat we zes verdiepingen onder de grond zaten maar het begint naar boven te gaan. Iedereen moet het ziekenhuis uit en snel.”
“Het ziekenhuis heeft patiënten die levensondersteuning nodig hebben,” zei Driedelig. “Ze zijn moeilijk te verplaatsen.”
“Precies. Begin daarom direct de logistiek hiervan te regelen.”
“Oké.”
Luke ging verder. “We zullen een compleet hazmat-team beneden nodig hebben. Dat lichaam moet naar boven gehaald worden, hoe erg het ook besmet is, en het moet snel gebeuren. Het schoonmaken kan wachten totdat we het lichaam hebben.”
“Begrepen,” zei Driedelig. “We leggen het lichaam in een kist die met lood bekleed is en brengen het naar de lijkschouwer in een speciale stralingsveilige vrachtwagen.”
“Kan dat snel gedaan worden?”
“Tuurlijk.”
“We hebben een match nodig van zijn gebitsgegevens, DNA, littekens, tatoeages, chirurgische pinnen enzovoort. Alles wat we kunnen vinden. Zo gauw je die data hebt, moet je het naar Trudy Wellington van ons team sturen. Zij heeft toegang tot databanken die jouw collega’s niet hebben.”
Luke haalde zijn telefoon tevoorschijn en drukte op een sneltoets. Ze nam direct op. “Trudy, waar ben je?”
“Ik